AANSLUITING VERWARMING
Het drinkwaterreservoir moet eerst gevuld en onder
druk gezet worden, vooraleer de verwarmingskring
onder druk te brengen.
De HeatMaster® is achteraan uitgerust met twee moffen die
gebruikt kunnen worden voor de aansluiting van een centrale
verwarmingskring.
De aansluiting op een verwarmingsdistributienet vermindert de
efficiëntie van de warmdrinkwaterbereiding.
EXPANSIEVAT
De HeatMaster® 200 zijn uitgerust met vier expansievaten van 8 L.
De afmetingen van de expansievaten voldoen alleen voor de
"boilerfunctie". Als de primaire kring wordt aangesloten op een
verwarmingsnet, dan moet u (laten) berekenen welke inhoud het
expansievat moet hebben in verhouding tot het totale volume van
de verwarmingsinstallatie (meer details vindt u in de technische
handleiding van de fabrikant van het expansievat).
De druk van de expansievaten van de HeatMaster®
moet worden aangepast aan dezelfde druk van de
expansievaten van de verwarmingskring.
7
NL
INSTALLATIE
8
4
4
9
2
A1007857-664Y6300 • C
OPGELET
Het primair veiligheidsventiel wordt geleverd met een
plastic leiding die verbonden is met de leegloopinrichting
– die leiding dient uitsluitend testdoeleinden en moet
verwijderd worden.
Het veiligheidsventiel moet op de leegloopinrichting
worden aangesloten met een leiding van metaal,
bijvoorbeeld koper.
1. Vierwegsmengkraan
2. Circulatiepomp
3. Terugslagklep
4. Afsluitkranen verwarming
5. Veiligheidsventiel met manometer (ingesteld op 3 bar)
6. Aftapkraan
7. Vulkraan primaire kring
8. Regulatie
9. Contactvoeler
10. Omgevingsthermostaat
11. Buitentemperatuurvoeler
10
60
90
1
3
11
I
I
O
O
H
5
6
13