Toepasbare functies:
Opnamen maken met de burstfunctie
Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt.
De burst-snelheid kan geselecteerd worden die het best bij de opnameomstandigheden of
de onderwerpen past.
Druk op [˜].
Druk op 2/1 om de burst-snelheid te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
•
Een beschrijving van de opnameomstandigheden die voor
iedere burst-snelheid geschikt zijn wordt weergegeven door op
[DISPLAY] te drukken.
Bursttijd
(opnamen/
seconde)
2
2
AF
5.5
5,5
AF
55
12
12
40
40
60
60
¢ Als [KWALITEIT] op [
worden.
•
Als [
] of [
] geselecteerd is, zal de instelling van het beeldformaat veranderen zoals
40
60
hieronder getoond wordt.
Aspectratio
[4:3]
[5M], [3M], [2M], [0.3M]
[3:2]
[4.5M], [2.5M], [0.3M]
[16:9]
[3.5M], [2M], [0.2M]
[1:1]
[3.5M], [2.5M], [0.2M]
•
Als [
] of [
] ingesteld zijn, zal de focus op het
2
5.5
eerste beeld vastgezet worden.
AF
AF
•
Als [
] of [
] ingesteld zijn, zal de focus voor
55
ieder beeld bijgesteld worden.
•
De belichting en de witbalans worden voor ieder
beeld bijgesteld.
•
De focus, de belichting en de witbalans worden vast
ingesteld op het eerste beeld.
•
De focus, de belichting en de witbalans worden vast
ingesteld op het eerste beeld.
•
Foto's die met de burst-functie gemaakt worden,
zullen als een enkele burst-beeldengroep
opgenomen worden.
•
Het bereik dat opgenomen kan worden zal kleiner
worden wanneer deze ingesteld wordt op [
], [
] of [
[
]
40
Opnemen
Kenmerken
] gezet is, kunnen maximaal 11 beelden opgenomen
[
]
60
[2.5M], [0.3M]
[3M], [0.3M]
[3.5M], [0.2M]
[2M], [0.2M]
- 78 -
Maximumaantal
opneembare
beelden
(beelden)
100
12
50
60
].
60
¢