Toepasbare functies:
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
Stel de functieknop in op [
•
Stel de focus-keuzeschakelaar in op [AF].
Richt de AF-zone op het punt waar u op wilt scherpstellen.
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
A Lensopening
B Sluitertijd
C ISO-gevoeligheid
•
De focusaanduiding D (groen) gaat branden als op
het onderwerp scherp gesteld wordt.
•
De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp
kunt komen) zal veranderen afhankelijk van de
zoomfactor. Controleer dit aan de hand van het
opnamebereik dat op het scherm weergegeven
wordt.
(P30)
•
De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
rood weergegeven als de correcte belichting niet
bereikt wordt. (tenzij een flitser gebruikt wordt)
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
Basiskennis
(AE-programmafunctie)
].
- 28 -
D
A B
C