Toegang opgeslagen bestanden
In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor toegang tot opgeslagen bestanden. De procedure voor
het afdrukken of verzenden van bestanden die zijn opgeslagen in een postbus wordt hier als voorbeeld gebruikt.
1
Selecteren van functie
●
Selecteer [Toegang opgeslagen
bestanden] op het scherm
Hoofdmenu.
2
Selecteer opslaan
●
Geef de opslaglocatie voor het
bestand aan.
3
Selecteer bestand
●
Selecteer het bestand → druk op
[Afdrukken] of [Verzenden].
4
Begin met afdrukken of verzenden
Afdrukken
•
Druk op [Start afdrukken].
•
Als er een aanmeldscherm voor Afdelings-ID beheer of SSO-H verschijnt, dient u de betreffende authentificatiegegevens (ID, wachtwoord/PIN) in te
voeren. Als de Kopiekaartlezer-F1 is geïnstalleerd, plaatst u eerst een controlekaart.
•
Als er een inlogservice zoals Afdelings-ID beheer of SSO-H is ingesteld, drukt u op
2
•
Druk op [Toegang opgeslagen bestanden].
•
Selecteer [Postbus] op het scherm
Opslagselectie.
In deze procedure wordt bijvoorbeeld beschreven hoe
bestanden die zijn opgeslagen in een postbak worden
afgedrukt of verzonden.
•
Selecteer het bestand.
Verzenden
•
Druk op [Start verzenden].
(Log In/Out) om uit te loggen.
•
Selecteer de gewenste postbus.
Wanneer de postbus wordt aangegeven, dient u wellicht
een PIN in te voeren.
•
Druk op [Afdrukken] of [Verzenden].
U kunt diverse afdruk- of verzendinstellingen
instellen. Voor meer informatie raadpleegt u de
e-Handleiding > Toegang opgeslagen bestanden.
Volgorde van basishandelingen
45