Hoe u een kopie maakt
Deze paragraaf beschrijft de procedures voor het uitvoeren van standaard kopieerfuncties.
1
Plaatsen van originelen
●
Plaats het origineel in de aanvoer
of op de glasplaat.
2
Selecteren van functie
●
Selecteer [Kopie] op het scherm
Hoofdmenu.
•
Druk op [Kopie].
3
Instellen van het aantal kopieën
●
Voer het aantal kopieën in.
4
Start het kopiëren
●
Na het selecteren van de
instellingen, drukt u op
•
Als er een aanmeldscherm voor Afdelings-ID beheer of SSO-H verschijnt, dient u de betreffende authentificatiegegevens (ID, wachtwoord/PIN) in te
voeren. Als de Kopiekaartlezer-F1 is geïnstalleerd, plaatst u eerst een controlekaart.
•
Als er een inlogservice zoals Afdelings-ID beheer of SSO-H is ingesteld, drukt u op
2
Originelen in de aanvoer plaatsen
•
Stel de geleiders in op het formaat van uw
originelen. Plaats uw originelen met de te
kopiëren zijde naar boven.
•
Het scherm met basisfuncties voor kopiëren
wordt getoond.
•
Voer met de numerieke toetsen het gewenste
aantal kopieën in (1- 999).
•
Druk op
.
.
Originelen op de glasplaat plaatsen
•
Open de aanvoer.
•
Plaats uw originelen met de tekstzijde naar
beneden.
U kunt diverse kopieerfuncties instellen. Voor meer
informatie raadpleegt u e-Handleiding > Kopiëren.
(Inloggen/Uitloggen) om uit te loggen.
Volgorde van basishandelingen
41