Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Panasonic HDC-SD5 Bedieningshandleiding pagina 130

Inhoudsopgave

Advertenties

Overige
Buiten het effectieve bereik van automatische
witbalansregeling, zal de afbeelding rood- of
blauwachtig worden. En zelfs binnen het effectieve
bereik van witbalansregeling, kan de automatische
witbalansregeling niet functioneren als er meer dan
één lichtbron is. Voor andere belichting dan de
beschikbare automatische witbalansregeling kunt u de
witbalans handmatig instellen.
Witbalans
Door bepaalde lichtbronnen kunnen de beelden die
door de unit zijn opgenomen blauw- of roodachtig zijn.
Stel de witbalans af om dergelijke fenomenen te
voorkomen.
Witbalansregeling bepaalt de kleur wit onder
verschillende lichtbronnen. Door te herkennen wat wit
is onder zonlicht en wat wit is onder een
fluorescerende lamp, kan de unit de balans tussen de
andere kleuren regelen.
Omdat de kleur wit de referentie is voor alle kleuren
(waaruit licht bestaat), kan de unit beelden in een
natuurlijke kleurschakering opnemen als het de
referentiekleur wit herkent.
Auto-focus
De lens wordt naar voren of naar achteren bewogen
om het beeld scherp te stellen.
Auto-focus bezit de volgende kenmerken.
Stelt zodanig af, dat de verticale lijnen van een
beeld duidelijker zicht zijn.
Probeert scherp te stellen op een object met hoger
contrast.
Stelt scherp op alleen het midden van het
beeldscherm.
Vanwege deze kenmerken, kan auto-focus in de
volgende gevallen niet correct werken. Stel in dat
geval handmatig scherp.
Als er objecten zowel veraf als dichtbij (close-up)
in beeld zijn.
Omdat de unit scherpstelt op alles wat zich in het
midden van het beeld bevindt, is het moeilijk om de
achtergrond scherp te stellen als close-up objecten in
het centrum staan. U kunt dus niet scherpstellen op
beide.
130
VQT1H64
Opnemen achter een vuil of stoffig raam
Scherpstellen op de beelden achter het raam is niet
mogelijk omdat het raam zich nu eenmaal het dichtste
bij bevindt en vuil is. Om diezelfde reden kan bijv.
opeens worden scherpgesteld op een plotseling
voorbijkomend object (bijv. een auto).
Als het object wordt omgeven door objecten met
glanzende oppervlakken of sterk reflecterende
objecten
Omdat op alles wat glanst of glinstert wordt
scherpgesteld, is scherpstellen op het onderwerp bijna
onmogelijk. Het scherp te stellen beeld wordt
onduidelijk als de objecten voor de kustlijn staan, in
nachtlicht of scènes met vuurwerk of speciale lichten.
Als de omgeving donker is
De unit kan niet goed scherpstellen omdat de
lichtinformatie via de lens aanzienlijk afneemt.
Als een object zich snel beweegt
Daar de focuslens mechanisch beweegt, kan het niet
instellen op snel bewegende objecten. Bijvoorbeeld:
sportevenementen.
Als een object weinig contrast heeft
Het is eenvoudiger om scherp te stellen op objecten
met een scherp contrast of verticale lijnen of strepen.
Dit betekent dat een object met een laag contrast,
zoals een witte muur, onscherp wordt omdat de unit
scherpstelt op basis van de verticale lijnen van een
beeld.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave