Inhoudsopgave
Advertenties
Boilerhysteresis
Parameter HG15
HG15
5
Fabrieksinstelling: 5K
Instelbereik: 1 tot 30K
Individuele instelling: _______
Nalooptijd boilerlaadpomp
Parameter HG19
HG19
3
Fabrieksinstelling: 3 min
Instelbereik: 0 tot 10 min
Individuele instelling: _______
3061850_1110
Parameters op het vakmanniveau
12
Bypasspomp voor retourtemperatuurverhoging
Uitgang A1 wordt aangestuurd als de retourtemperatuur
kleiner is dan de ingestelde retourtemperatuurverho-
ging (parameter HG32).
Belangrijk:
13
Circulatiepomp
Uitgang A1 wordt na het bedienen van een knop
(impuls ingang E1) gedurende 5 minuten aangestuurd.
Belangrijk:
14
Uitgang A1 aan
Uitgang A1 wordt aangestuurd als ingang E1 gesloten
is (externe branderaanvraag).
Belangrijk:
Met de boilerhysteresis wordt het in- en uitschakelpunt van de
boilerlading geregeld. Hoe hoger het in- en uitschakel-tempera-
tuurverschil wordt ingesteld, des te groter de boilertemperatuur-
schommeling rond de gewenste boilerwaarde.
Voorbeeld: Gewenste boilertemperatuur 60°C
Boilerhysteresis 5K
Bij 55°C begint de boilerlading en bij 60°C
wordt ze beëindigd.
Na het beëindigen van de boilerlading (boiler heeft de ingestelde
temperatuur bereikt) loopt de boilerlaadpomp maximaal met de
ingestelde tijd na. Als de ketelwatertemperatuur tijdens de nalo-
optijd tot op 5K verschil tussen ketel- en boilerwater-temperatuur
gedaald is, schakelt de boilerlaadpomp vroegtijdig uit om de ketel
niet nodeloos te laten afkoelen.
Ingang E1 moet in elk geval op instelling
11 worden geprogrammeerd of indien
een externe branderblokkering ingang
E1 (HG 13 = 8) geprogrammeerd is!
Ingang E1 moet in elk geval op in-
stelling 6 worden geprogrammeerd!
Ingang E1 moet in elk geval op in-
stelling 10 worden geprogrammeerd!
19
Advertenties
Inhoudsopgave
