Veiligheidsaanwijzingen In deze beschrijving worden volgende symbolen en aandachts- woorden gebruikt. Deze belangrijke aanwijzingen hebben betrekking op de persoonlijke bescherming en de technische bedrijfszekerheid. „Veiligheidsaanwijzing“ staat bij instructies die nauwkeurig moeten worden opgevolgd om gevaar voor of verwonding van personen en schade aan het toestel te voorkomen.
- NEN EN 50156 Elektrische uitrusting voor verwarmingstoestellen - NEN EN 12828 Verwarmingssystemen in gebouwen Gebruik conform de voorschriften De Wolf-regeling R3 wordt uitsluitend in combinatie met Wolf-verwar- mingstoestellen toegepast. De regeling R3 is met een temperatuurregelaar/ - bewaker en een veiligheidstemperatuurbegrenzer uitgerust.
Montage / elektrische werken Montage Bij de montage van de regeling dient u erop te letten dat de vo- elerkapillairen niet worden geknikt of verdraaid! De door de installateur te leveren kabels voor voelers en af- standsbediening mogen niet samen met stroomkabels worden geplaatst.
Pagina 6
Mengventielmotor De Wolf-mengventielservomotor is in de fabriek bedraad en uitge- voerd met stekker. Steek de kabel door de uitsparing in de achter- wand van de ketel. Steek de stekker in de gemerkte plaats van de stekkerstrip en beveilig de kabel met de trekbelemmering.
Afhankelijk van de installatie of de aangesloten componenten kunnen de regelingsparameters anders worden ingesteld dan in de fabrieksinstelling! Wijzigingen kunnen worden aangebracht met het Wolf-regelingstoebehoren of met een pc/laptop met de vereiste Wolf-regelingssoftware. Alle fabrieksinstellingen zijn permanent opgeslagen. De regeling herkent bij de ingebruikname automatisch een aan- gesloten boiler-, aanvoer- en/of buitenvoeler.
Regeling / functie / bediening Veiligheidstemperatuur- Fijne zekering M 6,3 A eBus-aansluiting begrenzer (STB) voor pc/laptop Bediening enkel voor de vakman Bedrijfsschakelaar AAN/UIT Thermometer Lichtgevende ring Bedieningsmodule BM Resetknop Bedrijfsschakelaar AAN/UIT In de stand 0 is de ketelregeling uitgeschakeld. Er vindt geen vorstbescherming plaats.
Pagina 9
- Hou de resetknop na het inschakelen van de installatie nog minstens 2 seconden ingedrukt. 2. om het oliebranderrelais te ontgrendelen. (enkel in combinatie met de overeenkomstige Wolf-componenten) - Bij een branderstoring wordt het oliebranderrelais via een ontgrendelrelais ontgrendeld door op de resetknop te drukken.
BM. De werkwijze is beschreven in de bedieningshandleiding van de bedieningsmodule BM. Wijzigingen mogen enkel worden uitgevoerd door een erkende vakman of door de Opgelet Wolf-klantendienst. Onvakkundige bediening kan tot functiestoringen leiden. Opgelet Bij de instelling van parameter A09 (vorstbescherming buitentemperatuur) dient u er rekening mee te houden dat bij temperaturen onder 0°C geen vorstbescherming meer...
Parameters op het vakmanniveau Vorstbeschermingsgrens Als de buitentemperatuur onder de ingestelde waarde daalt, Parameter A09 draaien de verwarmingscircuitpompen constant, het mengventiel regelt volgens gewenste temperatuur BM bij een gewenste kamertemperatuur van 5°C. Als de ketelwater-temperatuur onder +5°C daalt, schakelt de brander in en verwarmt de ketel tot minstens 38°C.
Pagina 12
Parameters op het vakmanniveau Maximum temperatuur De fabrieksinstelling van de warmwatertemperatuur is 65°C. Als er van het warme water voor bedrijfsdoeleinden een hogere warmwatertemperatuur nodig Parameter A14 zou zijn, kan deze tot aan 80°C worden vrijgegeven. Als de beschermingsfunctie tegen legionella (BM) geactiveerd is, °C wordt de boiler voor warm water bij de eerste boilerlading van de 65.0...
Pagina 13
Parameters op het vakmanniveau Pompwerkwijze Pompwerkwijze 0: Parameter HG06 Verwarmingscircuitpomp bij verwarmingsinstallaties zonder cascadeschakeling en zonder hydraulische wissel Bij warmteaanvraag verwarming draait de verwarmings- HG06 circuitpomp constant. Bij boilervoorrang wordt de verwarmings- circuitpomp uitgeschakeld tijdens de boilerlading. Pompwerkwijze 1: Toevoerpomp bij verwarmingsinstallaties met cascadeschakeling en/of hydraulische wissel De toevoerpomp draait bij elke warmteaanvraag (verwarming / gebruikswater) met pompnaloop overeenkomstig de instelling...
Pagina 14
Parameters op het vakmanniveau Pompmodus 2: Bufferlaadpomp voor BSP-boiler Verwarmingscircuitpomp functioneert dan als bufferlaadpomp. De gezamenlijke aanvoersensor (buffer) werkt enkel in op het verwarmingsbedrijf. Bij boilerlading wordt er op de interne ketel- sonde geregeld. De bufferlaadpomp draait enkel op vraag van de brander in verwarmingsbedrijf.
Pagina 15
Parameters op het vakmanniveau Nalooptijd Als er geen warmteaanvraag meer is vanwege het verwarmings- Ketelcircuitpomp circuit, loopt de ketelcircuitpomp met de ingestelde tijd na, om Parameter HG07 een veiligheidsuitschakeling van de ketel bij hoge temperaturen te voorkomen. HG07 Individuele instelling: ___ Fabrieksinstelling: 3 min Instelbereik: 0 tot 30 min Maximumbegrenzing...
Pagina 16
Nr. Betekenis Parameter HG13 Kamerthermostaat HG13 Bij geopende ingang E1 wordt de verwarmingswerking ook onafhankelijk van een digitaal Wolf-regelingstoebe- horen geblokkeerd (zomerwerking). Uitzondering: Op afstand bediende verwarmingscircuits Maximum thermostaat De ingang E1 moet voor een brandervrijgave gesloten worden. Bij geopend contact blijft de brander ook tijdens...
Pagina 17
Parameters op het vakmanniveau Verzamelvoeler (hydraulische wissel of buffer) De afregeling van de keteltemperatuur tijdens de verwarmingswerking en tijdens de boilerlading gebeurt niet meer volgens de gemeten temperatuur van de ketelvoeler, maar volgens de gemeten temperatuur van de verzamel-voeler. De ketelvoeler controleert verder de minimale en maxi- male keteltemperatuur van de warmtegenerator.
Pagina 18
Parameters op het vakmanniveau Parametreerbare Uitgang A1 kan met volgende functies worden gebruikt: uitgang A1 Betekenis Parameter HG14 zonder functie HG14 Uitgang A1 wordt niet aangestuurd. Circulatiepomp 100% Uitgang A1 wordt bij circulatievrijgave door rege- lingstoebehoren (BM) aangestuurd. Zonder toebeho- renregelaar wordt uitgang A1 constant aangestuurd.
Pagina 19
Parameters op het vakmanniveau Bypasspomp voor retourtemperatuurverhoging Uitgang A1 wordt aangestuurd als de retourtemperatuur kleiner is dan de ingestelde retourtemperatuurverho- ging (parameter HG32). Belangrijk: Ingang E1 moet in elk geval op instelling 11 worden geprogrammeerd of indien een externe branderblokkering ingang E1 (HG 13 = 8) geprogrammeerd is! Circulatiepomp Uitgang A1 wordt na het bedienen van een knop...
Pagina 20
Parameters op het vakmanniveau Max. boilerlaadtijd Als de boilertemperatuurvoeler warmte aanvraagt, begint de Parameter HG20 boilerlading. Bij een te klein gedimensioneerde ketel, verkalkte boiler of permanent tapwaterverbruik en voorrangswerking zouden de verwarmingscirculatiepompen constant buiten werking zijn. HG20 De woning koelt sterk af. Om dit te beperken, kan een maximale boilerlaadtijd worden opgegeven.
Pagina 21
Parameters op het vakmanniveau Tapwater-voeler-werkwijze Met behulp van de tapwater-voeler-werkwijze kan de tapwater- Parameter HG24 voeleringang op drie verschillende manieren worden gebruikt. HG24 Werkwijze 1 is de fabrieksinstelling voor boilerlaadwerking met elektronische boilertemperatuurvoeler (toebehoren). Werkwijze 2 dient voor de elektronisch aangestuurde boi- lerlading met boilertemperatuurvoeler en een bijkomende externe thermostaataanvraag.
Pagina 22
Parameters op het vakmanniveau Ketelaanzetontlasting De activeerbare ketelaanzetontlasting beschermt de ketel tegen Parameter HG26 corrosie, die kan ontstaan door condensaatafscheiding in het dau- wpuntbereik bij opwarming in koude toestand. Als de keteltempera- tuur met 2K onder de ingestelde waarde TK-min daalt, worden de HG26 ketelcircuitpomp en de mengventielcircuitpomp uitgeschakeld en wordt het mengventiel gesloten.
Pagina 23
Parameters op het vakmanniveau eBus-voeding Met parameter HG34 kan de eBus-voeding op drie manieren Parameter HG34 worden geschakeld. De instellingen hebben volgende betekenis: HG34 0 → eBus-voeding uitgeschakeld 1 → eBus-voeding ingeschakeld 2 → automatische eBus-voeding Fabrieksinstelling: 2 Instelbereik: 0 / 1 / 2 Individuele instelling: _______ 0 - 5V-ingang voor gebou- Met parameter HG35 kan de 0 - 5V -ingang voor een gebouwbe-...
Pagina 24
Parameters op het vakmanniveau TEST-functies Met behulp van de testfuncties kunnen volgende regelingsuitgan- gen worden gecontroleerd. HG50 Verwarmingscircuitpomp rEL1 Boilerlaadpomp rEL2 Uitgang A1 rEL3 Ontstoorrelais rEL4 Brander rEL5 Mengventielcircuitpomp rEL6 Mengventiel „Open“ rEL7 Mengventiel „Dicht“ rEL7 Minimale Deze functie begrenst de aanvoertemperatuur van mengventiel- mengventiel- circuit 1 naar onder toe.
Pagina 25
Parameters op het vakmanniveau Maximale mengventiel- Deze functie begrenst de aanvoertemperatuur van mengven- circuittemperatuur tielcircuit 1 naar boven toe. Boven deze ingestelde waarde Parameter MI 02 wordt geen rekening meer gehouden met de buitentemperatuur. Mengventielcircuit 1 houdt de aanvoertemperatuur constant op de ingestelde waarde.
Pagina 26
Parameters op het vakmanniveau Afb.: Tijdsverloop van de aan- voertemperatuur tijdens de vloerdroging 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Looptijd vloerdroging (dagen) Opgelet: Het tijdsverloop en de maximale aanvoertemperatuur moeten worden afgesproken met de vloerder, anders kan er schade optreden in de vloer (barsten).
Pagina 27
Parameters op het vakmanniveau STB -TEST Door de resetknop ingedrukt te houden terwijl de regeling inge- schakeld is, wordt de maximumtemperatuurbegrenzing van de ketel TK-max. buiten werking gezet. De ketel warmt op tot de ingestelde temperatuur van de veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) en vergrendelt. Op die manier kan de goede werking van de STB worden gecontroleerd.
Pagina 28
Parameters op het vakmanniveau De temperatuur (gewenste/reële temperatuur) kan enkel worden weergegeven via de bedieningsmodule BM. De werkwijze is beschreven in de bedieningshandleiding van de bedieningsmodule BM. Gewenste/reële waarden Indicator Naam (Weergave op de bedienings- Reële boilertemperatuur T TAPWATER module BM) Gewenste boilertemperatuur Buitentemperatuur BUITEN T...
Instelprotocol parameters Het is aan te bevelen het instelprotocol nauwkeurig in te vullen en goed te bewaren, zodat u in geval van service en bij een reset snel kunt worden geholpen. Parameter Instelbereik Fabrieksinst. Individuele instelling Vorstbeschermingsgrens -20 tot +10°C +2°C Tapwater-parallelwerking 0 / 1...
Omschakeling STB Omschakeling van de vei- De veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) is in de fabriek inge- ligheidstemperatuur steld op 110°C. begrenzer (STB) De STB kan indien gewenst worden omgeschakeld naar 100°C. De omschakeling kan niet ongedaan worden gemaakt! Maak de regeling spanningsvrij. Schroef de kap af Schroef de afdekking van de veiligheidstemperatuurbegrenzer Draai de bevestigingsschroeven van de veiligheidstemperatuur-...
Als een storing wordt aangegeven doordat de lichtgevende ring van de regeling rood knippert, wordt op het eBus-compatibele Wolf-regelingstoebehoren een foutcode aangegeven, waarvoor u in volgende tabel de oorzaak en het gevolg kunt opzoeken. De lijst van de storingsmeldingen moet het opsporen van de fout in geval van een storing eenvoudiger maken voor de vakman.