6. Klik op OK.
Acties voor Fibre Channel-poort
U kunt verschillende acties uitvoeren voor Fibre Channel-poorten via iSCSI en Fibre Channel > Fibre
Channel > FC-poorten. Selecteer een poort en klik vervolgens op Actie om de gewenste actie te selecteren.
Actie
Alias bewerken
Initiatoren weergeven
Poortbinding bewerken
Status van Fibre Channel-poort
U kunt de status van Fibre Channel-poorten weergeven via iSCSI en Fibre Channel > Fibre Channel >
FC-poorten.
Status
Verbonden
Verbinding verbroken
Fibre Channel-opslag
U kunt Fibre Channel-LUN's beheren en bewaken via iSCSI en Fibre Channel > Fibre Channel > FC-opslag.
Een LUN maskeren voor Fibre Channel-initiatoren
LUN-maskering is een beveiligingsfunctie waarmee u een LUN kunt maken voor sommige Fibre Channel-
iniatoren en onzichtbaar voor andere initiatoren.
1. Ga naar iSCSI en Fibre Channel > Fibre Channel > FC-opslag;
2. Selecteer een LUN.
Belangrijk
De LUN moet zijn uitgeschakeld.
3. Klik op LUN-maskering.
Het venster LUN-maskering wordt geopend.
4. Voeg minimaal één WWPN als initiator toe aan de lijst met bevoegde initiatoren voor de LUN.
Bewerk de alias op voor de Fibre Channel-poort.
De alias moet uit 1 tot 20 tekens bestaan uit de volgende groepen:
• Letters: A-Z, a-z
• Cijfers: 0-9
• Speciale tekens: Koppelteken (-), liggend streepje (_)
Bekijk een lijst met alle Fibre Channel-initiatoren die momenteel zijn
aangemeld bij de poort.
Wijzig de poortbinding voor de poort. Met poortbinding kunt u
beperken welke initiatoren verbinding met de poort mogen maken.
Raadpleeg
Fibre Channel-poortbinding configureren
informatie.
De poort heeft een actieve netwerkverbinding.
De poort heeft geen actieve netwerkverbinding.
QTS 5.0.x Gebruikershandleiding
Beschrijving
Beschrijving
iSCSI en Fibre Channel
voor meer
366