Een Fibre Channel-poortgroep maken
1. Ga naar iSCSI en Fibre Channel > Fibre Channel > FC-poorten;
2. Klik op Poortgroep maken.
Het venster Poortgroep maken wordt geopend.
3. Geef een naam op voor de groep.
Vereisten voor de naam:
• Lengte: 1–20 tekens
• Geldige tekens:A–Z, a–z, 0–9
4. Selecteer minimaal één Fibre Channel-poort.
5. Klik op Maken.
Een LUN toewijzen aan een Fibre Channel-poortgroep
1. Ga naar iSCSI en Fibre Channel > Fibre Channel > FC-opslag;
2. Selecteer een LUN.
3. Klik op Actie en selecteer daarna LUN-toewijzing bewerken.
Het venster LUN-toewijzing bewerken wordt geopend.
4. Selecteer Toewijzen aan FC-poortgroep.
5. Selecteer een Fibre Channel-poortgroep.
Tip
De standaardgroep bevat alle Fibre Channel-poorten.
6. Kies of u LUN-maskering wilt configureren.
Optie
LUN inschakelen en LUN-
maskering niet configureren
LUN uitgeschakeld houden en
LUN-maskering configureren in de
volgende stap
7. Klik op OK.
8. Optioneel: Configureer de LUN-maskering.
a. Voeg minimaal één WWPN als initiator toe aan de lijst met bevoegde initiatoren voor de LUN.
Methode
Toevoegen vanuit WWPN-lijst
Configureer geen LUN-maskering. Alle initiatoren die verbinding met
een Fibre Channel-poort in de poortgroep kunnen maken, kunnen de
LUN zien.
Configureer de LUN-maskering. U kunt beperken welke initiatoren de
LUN kunnen zien.
1. Selecteer minimaal één WWPN in de lijst met WWPN's.
2. Klik op Toevoegen.
QTS 5.0.x Gebruikershandleiding
Beschrijving
Stappen
iSCSI en Fibre Channel
364