• De bestanden moeten zijn opgeslagen op een thick volume of thin volume dat
minimaal één snapshot bevat;
• Vorige versies in Windows inschakelen moet zijn ingeschakeld in de instellingen
voor de gedeelde map;
• Symbolische koppelingen tussen verschillende gedeelde mappen toestaan
moet zijn ingeschakeld in Configuratiescherm > Netwerk en bestandsservices >
Win/Mac/NFS > Microsoft Networking > Geavanceerde opties.
1. Open in Windows een gedeelde map op een NAS via Verkenner.
Raadpleeg
Een gedeelde map koppelen op een Windows-computer
koppelen van een gedeelde map.
2. Klik met de rechtermuisknop op een bestand of map en selecteer Eigenschappen > Vorige versies
Er wordt een lijst met beschikbare vorige versies weergegeven. Elke versie komt overeen met een
snapshot die het bestand of de map bevat.
3. Selecteer een vorige versie.
4. Selecteer een van de volgende opties.
Knop
Openen
Zet terug
Kloon van snapshot
Tijdens het klonen wordt een kopie van een volume of LUN gemaakt op basis van een snapshot. De kopie
wordt in dezelfde opslagpool opgeslagen als het oorspronkelijke volume of de oorspronkelijke LUN.
Een volume klonen
1. Ga naar Opslag en snapshots > Opslag > Opslag/snapshots.
2. Selecteer een thick of thin volume.
Belangrijk
Het volume moet minimaal een snapshot bevatten.
3. Klik op Snapshot en selecteer daarna Snapshots beheren.
Het venster Snapshots beheren wordt geopend.
4. Selecteer een snapshot.
5. Klik op Klonen.
Het venster Snapshot klonen wordt geopend.
6. Geef een alias voor het volume op.
7. Klik op OK.
Open de vorige versie van het bestand of de map.
Overschrijf de huidige versie van het bestand of de map met de vorige
versie.
Waarschuwing
Alle wijzigingen die in het bestand of de map
plaatsvonden nadat de snapshot werd gemaakt, zullen
worden verwijderd.
QTS 5.0.x Gebruikershandleiding
voor meer informatie over het
Beschrijving
Opslag en snapshots
295