Inhoudsopgave
Advertenties
Sluit voor een nauwkeurige instelling een meetapparaat, gelijkspanningsmeetbereik (V-) tot 5V, aan met de
(+) pool op meetpunt MP2 en de (-) pool op meetpunt GND. Stel door voorzichtig aan de potentiometer 0
P2 te draaien de met de gewenste ventilatieduur overeenkomende spanningswaarde in aan de hand van de
volgende tabel:
ventilatieduur
5min
instelling P2
0,00V
(met de ten grondslag liggende formule U = (t – 5min) · 0,3125V/min kunnen ook tussenwaarden berekend worden)
Deactiveren: Draaien van de potentiometer 0 P2 tot aan de rechter aanslag deactiveert de ventilatieduur.
3.4.5 Ventilatieblokkering
Alvorens de energievoorraad in de accu's niet meer voor de overbruggingstijd van 72 uur voldoende zou zijn,
wordt het indrukken van de ventilatieknop a genegeerd. Sluiten door indrukken van de ventilatieknop z (of
actieve WRB) is nog mogelijk. Na voldoende oplading van de accu's kan er weer geventileerd worden. Een
RWA-activering wordt door de ventilatieblokkering niet beïnvloed.
3.4.6 Externe wind- en regenbesturing (WRB)
Wordt de wind- en regenbesturing geactiveerd, dan sluit de installatie automatisch. De ventilatiefuncties zijn
gedeactiveerd totdat de WRB deze weer vrijgeeft. Een RWA-activering heeft voorrang.
3.5 "Opnieuw aanlopen"-functie „Dicht"
Wordt bij een automatisch sluiten (WRB, Auto-dicht, stroomuitval) een lastuitschakeling van de aandrijvingen
geactiveerd (bijv. door een windstoot), dan kunnen de aandrijvingen door kort de ventilatieknop z in te druk-
ken opnieuw aangelopen worden. De aandrijvingen worden dan eerst gedurende 1s geopend, waarna het
bevel om te sluiten weer wordt geactiveerd.
3.6 Stroomuitval
Bij stroomuitval kunnen de accu's niet geladen worden, ze leveren echter de voor een overbruggingstijd van
72h benodigde energie. De RWA-functies worden door de stroomuitval niet beïnvloed.
De aandrijvingen in ventilatiepositie gaan dicht en het indrukken van de ventilatieknop a wordt genegeerd.
De stroomuitval moet onmiddellijk verholpen worden om uitschakeling door diepontlading te voorkomen, de
accu's weer op te laden en om de veilige werking van de installatie te garanderen.
Diepontlaadbeveiliging: Komt de accuspanning onder 18,8V dan wordt de gehele centrale inclusief de
weergaven uitgeschakeld om defecten aan de accu's zo veel mogelijk te voorkomen. Er loopt echter ook na
de uitschakeling nog een geringe ruststroom (bovenop de natuurlijke zelfontlading). Daarom bestaat reeds
na enkele dagen het gevaar dat de accu's permanent beschadigd worden, worden ze niet weer opgeladen.
3.7 Potentiaalvrije contacten (option PC)
PC-alarm: Het PC-alarm wordt bij het herkennen van een alarm geactiveerd. Na het terugzetten van het
alarm schakelt het contact terug in zijn ruststand.
PC-storing: De PC-storing wordt bij het herkennen van een storing (zie paragraaf 5.) geactiveerd. Na het
verhelpen van de storingsoorzaak schakelt het contact terug in zijn ruststand.
4. Onderhoud:
In verband met het onderhoud dienen - voor zover er geen andere plaatselijke voorschriften gelden - ten
minste één keer per jaar alle functies en weergaven van de centrale en de componenten ervan gecontro-
leerd te worden. Dit houdt ook in de controle van de aansluitklemmen, aansluitleidingen, weergaven en ze-
keringen, alsook evt. de reiniging van de verschillende componenten. Controleer of de montageconsoles etc.
goed vastzitten. Vet de aandrijvingen en de rook en warmteafvoerinstallatie (ramen, lichtkoepel etc.) evt. in.
De verschillende functies van de centrale zijn in paragraaf 3 beschreven. Storingen eveneens simuleren en
de herkenning controleren; zie paragraaf 5.
RWA - centrale RWZ 2 e
6min
7min
8min
10min
0,31V
0,63V
0,94V
1,56V
12min
14min
15min
16min
2,19V
2,81V
3,13V
3,44V
17min
18min
20min
3,75V
4,06V
4,69V
Pagina 7
Advertenties
Inhoudsopgave
