3.1.3 Activeren en terugzetten van het alarm door een brandmeldcentrale (BMC)
Bij alarmmelding door de BMC gaan de LED alarm r van alle meldknoppen en de centrale branden. De
alarmfunctie wordt zoals in paragraaf 3.1 beschreven uitgevoerd.
Het terugzetten van het alarm gebeurt met de BMC. Is er verder geen alarm (evt. de knop „Reset r" van de
RWA-centrale indrukken), dan gaan de LED alarm r.
3.1.4 "Opnieuw aanlopen"-functie „Open" bij afgaan alarm
Om er zeker van te zijn dat de aandrijvingen bij het afgaan van het alarm ook onder ongunstige omstandig-
heden (bijv. bij vastgevroren afdichtingen) geopend kunnen worden, worden deze bij het bevel om open te
gaan gedurende 30 minuten als volgt aangelopen: De aandrijvingen bewegen 2 minuten in de richting Open,
1 seconde in de richting Dicht en vervolgens weer 2 minuten in de richting Open enz.
3.2 Weergaven / functies van de RWA-meldknoppen
Afgaan van alarm en deze terugzetten zie paragraaf 3.1.1.
De weergave r (rode LED, alle RT 2) betekent: Alarm.
De weergave o (groene LED, hoofdpaneel RT 2-*-BS) betekent: Storingsvrij bedrijf. Zodra er een storing
wordt herkend, gaat deze weergave uit.
De weergave s (gele LED, hoofdpaneel RT 2-*-BS) betekent: Storing. Zie ook paragraaf 5.
Met de rode knop „Reset r" op hoofdpaneel RT 2-*-BS wordt de alarmfunctie teruggezet.
3.3 Weergaven / bedieningselementen in de centrale
Weergaven:
De weergaven o, r en s hebben dezelfde functie als de weergaven van het onder 3.2 beschreven
hoofdpaneel.
De weergaven a en z betekenen actieve bewegingen in de richting Open resp. Dicht.
Knop „Reset r" (reset alarm):
Met de rode knop „Reset r" wordt de alarmfunctie (zie paragraaf 3.1) teruggezet.
Knop „Reset u" (reset timer):
Alleen voor installatie / onderhoud (zie paragraaf 4).
„Auto-dicht" DIP-schakelaar 1:
In stand „ON" gaan de aandrijvingen na het terugzetten van een eventueel alarm automatisch dicht. Wordt
de functie geactiveerd, dan kan er zo'n 6 minuten niet geventileerd worden.
Fabrieksinstelling: „ON" (automatisch sluiten geactiveerd).
„Storing = alarm" DIP-schakelaar 2:
In stand „ON" wordt bij storing van een melderlijn de alarmfunctie zoals in paragraaf 3.1 beschreven uitge-
voerd. De LED r brandt, de LED s flitst. Nadat de storing is verholpen, wordt het alarm teruggezet
door de knop „Reset r" in de centrale of op een hoofdpaneel in te drukken.
Fabrieksinstelling: „OFF" (alarm gaat niet af bij storing).
„Thermo-alarm" DIP-schakelaar 3:
In stand „ON" gaat een alarm af als temperatuur in behuizing boven de 70°C komt.
Fabrieksinstelling: „OFF" (alarm gaat niet af bij overschrijding van 70°C).
„Looptijd 6min" DIP-schakelaar 4:
In stand „ON" worden de aandrijvingen pas na 6 minuten looptijd uitgeschakeld.
Fabrieksinstelling: „OFF" (uitschakeling na 3 minuten).
Potentiometer h (slagbegrenzing): zie paragraaf 3.4.3
Potentiometer 0 (ventilatieduur): zie paragraaf 3.4.4
3.4 Ventilatiefuncties
Bij het uitvoeren van de ventilatiefuncties dient erop gelet te worden dat de inschakelduur van de aandrijvin-
gen niet overschreden mag worden.
RWA - centrale RWZ 2 e
Pagina 5