FNA25~60A2VEB(9)
Split-systeem airconditioners
4P550955-3C – 2020.12
WAARSCHUWING
Installeer GEEN werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld open vuur, een
werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) in het leidingwerk.
VOORZICHTIG
▪
De installatie van het kanaal mag het instelbereik van de externe statische druk
voor de unit NIET overschrijden. Zie de technische datasheet van uw model voor
het instelbereik.
▪
Installeer het stoffen kanaal zodanig dat er GEEN trillingen worden overgebracht
op het kanaal of het plafond. Breng een geluidsisolerend materiaal
(insulatiemateriaal) aan rond de leiding en gebruik isolatierubbers voor de
ophangbouten.
▪
Zorg ervoor dat er bij het lassen GEEN spatten terechtkomen op de afvoerbak of
het luchtfilter.
▪
Als het metalen kanaal door een metalen lat, draadgaas of een metalen plaat van
de houten structuur gaat, moeten het kanaal en de muur elektrisch worden
geïsoleerd.
▪
Installeer het uitlaatrooster zodanig dat de luchtstroom NIET rechtstreeks in
contact komt met mensen.
▪
Gebruik geen aanjaagventilatoren in het kanaal. Gebruik de functie om de
instelling van de ventilatorsnelheid automatisch te veranderen. Zie de
montagehandleiding van de gebruikte gebruikersinterface voor de instelling.
De kanalen moeten lokaal worden voorzien.
▪
Luchtinlaatzijde. Maak het kanaal en de flens aan de inlaatzijde (lokaal te
voorzien) vast. Sluit de flens aan met 7 bijgeleverde schroeven.
a b
d
e
a Aansluitschroef (accessoire)
b Flens (lokaal te voorzien)
c Hoofdunit
d Isolatie (lokaal te voorzien)
e Aluminiumtape (lokaal te voorzien)
▪
Bevestigingsschroeven. Selecteer voor de installatie van een luchtinlaatkanaal
bevestigingsschroeven die 5 mm uitsteken aan de binnenkant van de flens om
het luchtfilter te beschermen tegen schade bij het onderhoud van het filter.
a
b
c
5 mm
a Luchtinlaatkanaal
b Binnenkant van de flens
c Bevestigingsschroef
▪
Filter. Monteer een luchtfilter in het luchtkanaal aan de aanzuigzijde. Gebruik
een luchtfilter met een afscheidingsgraad van ≥50% (gravimetrische methode).
Het bijgeleverde filter wordt niet gebruikt wanneer het inlaatkanaal is
gemonteerd.
▪
Luchtuitlaatzijde. Sluit het kanaal aan volgens de binnenafmeting van de flens
aan de uitlaatkant.
c
b
a
e
d
6
Installatie
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur
31