5
|
Voorbereiding
5.3 De koelmiddelleidingen voorbereiden
5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen
Diameter koelmiddelleidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
A
A Type gemonteerd op muur
B Vloerstaand type
a Minimum afstand
Bovenaanzicht:
a
≥300
a Binnenunit
▪
Installeer de unit met een voorgebouwde volledig omsloten omkasting met
verwijderbaar toegangspaneel, luchtaanzuigrooster en uitblaasrooster. Deze
verwijderbare delen voorkomen toegang tot de unit en kunnen ALLEEN met
specifiek gereedschap worden verwijderd.
▪
Bji installatie onder een vensterbank moet u controleren of de lucht niet
kortgesloten wordt.
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken in de
"1 Algemene
veiligheidsmaatregelen" [
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten geschikt zijn voor koelmiddel.
Gebruik met fosforzuur gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor koelmiddel.
▪
Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de fabricage
worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m bedragen.
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen op de buitenunits:
Klasse
25+35
50+60
B
≥300
(mm)
4
4].
L1 vloeistofleiding
Ø6,4
Ø6,4
L1 gasleiding
Ø9,5
Ø12,7
FNA25~60A2VEB(9)
Split-systeem airconditioners
4P550955-3C – 2020.12