FNA25~60A2VEB(9)
Split-systeem airconditioners
4P550955-3C – 2020.12
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
OPMERKING
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken
afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die
een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie
dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet
worden gegeven.
Het is dan ook aan te raden de apparatuur en elektrische draden op een gepaste
afstand van stereotoestellen, pc's, enz. te installeren.
▪
Fluorescentielampen. Let op de volgende punten voor de installatie van een
draadloze gebruikersinterface in een kamer met fluorescentielampen:
-
Installeer de draadloze gebruikersinterface zo dicht mogelijk bij de binnenunit.
-
Installeer de binnenunit zo ver mogelijk van de fluorescerentielampen.
▪
Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade kan
veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪
Kies een plaats waar het werkingsgeluid of de warme/koude lucht van de unit
geen overlast veroorzaakt.
WAARSCHUWING
Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de binnenunit en/of
buitenunit. Anders kunnen condensatie op de hoofdunit of de koelmiddelleidingen,
vuil op het luchtfilter of een verstopte afvoer druppelend water veroorzaken,
waardoor voorwerpen onder de unit kunnen vuil worden of schade oplopen.
▪
Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd wordt.
▪
Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd.
▪
Muurisolatie. Wanneer de temperatuur in de muur hoger is dan 30°C en er een
relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of wanneer er verse lucht in de
muur wordt geleid, is er extra isolatie nodig (polyethyleenschuim met een dikte
van minstens 10 mm).
▪
Beveiligingsroosters. Installeer beveiligingsroosters op de aanzuig- en
uitblaaszijde om te voorkomen dat de ventilatorschoepen of de warmtewisselaar
kunnen worden aangeraakt.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪
Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic
onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken
veroorzaken.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze
plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten:
▪
Waar de spanning veel schommelt
▪
In voertuigen of schepen
▪
In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen
▪
Gebruik ophangbouten voor de montage.
▪
Let op de volgende vereisten:
5
Voorbereiding
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur
21