Beelden wissen [ERASE]
ERASE
Submenu 1
ALL ERASE
SEL. IMAGE
ERASE/
ERASE EVENT
CANCEL
Als G wordt ingedrukt wanneer een gebeurtenis
*1
wordt weergegeven, worden alle beelden in de
gebeurtenis gewist.
Als u beelden in het interne geheugen wenst
te wissen, mag er geen kaartje in de camera
zitten. Of stel [IN] in op [INTERNAL].
Voor u foto's van een geheugenkaartje wist,
dient u het kaartje in de camera te plaatsen en
[AUTO] te selecteren voor [INTERNAL/SD].
"Een opslagapparaat selecteren
[INTERNAL/SD]" (blz. 40)
Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist.
Beelden één voor één selecteren
en wissen [SEL. IMAGE]
1 Gebruik FG om [SEL. IMAGE]
te selecteren en druk op de knop A.
2 Gebruik HI om het beeld te selecteren
dat u wenst te wissen, en druk op de
knop A om een teken R toe te voegen
aan het beeld.
●
Druk op de zoomknop W om een
indexweergave weer te geven. Beelden
kunnen snel worden geselecteerd met de
knoppen FGHI. Druk op de knop T
om terug te keren naar enkel beeld.
teken R
3 Herhaal stap 2 om de beelden te
selecteren die u wenst te wissen, en druk
op de knop om de geselecteerde
beelden te wissen.
4 Gebruik FG om [YES] te selecteren
en druk op de knop A.
●
De beelden met het teken R worden gewist.
NL
Toepassing
Alle beelden in het interne
geheugen of op het kaartje
worden gewist.
De beelden worden individueel
geselecteerd en gewist.
Verwijdert het weergegeven beeld.
*1
Annuleert het verwijderen van
het beeld.
SEL. IMAGE
OK
ERASE/CANCEL
Alle beelden wissen [ALL ERASE]
1 Gebruik FG om [ALL ERASE]
te selecteren en druk op de knop A.
2 Gebruik FG om [YES] te selecteren
en druk op de knop A.
Printinstellingen opslaan bij de
beeldgegevens [PRINT ORDER]
q (Weergavemenu) PRINT ORDER
"Printreserveringen (DPOF)" (blz. 50)
Printreserveringen kunnen enkel worden
ingesteld voor stilstaande beelden die
opgenomen zijn op het kaartje. Of stel
[INTERNAL/SD] in op [AUTO].
Beelden beveiligen [0]
q (Weergavemenu) 0
Beveiligde beelden kunnen niet worden
gewist met [ERASE] (blz. 18, 38), [ERASE
EVENT] (blz. 38), [SEL. IMAGE] (blz. 38) of
[ALL ERASE] (blz. 38), maar alle beelden
worden gewist met of [MEMORY FORMAT]/
[FORMAT] (blz. 40).
1 Gebruik HI om een beeld te selecteren.
2 Druk op de knop A.
●
Druk nogmaals op de knop A om de
instellingen te annuleren.
3 Indien nodig herhaalt u stap 1 en 2
om andere beelden te beveiligen, waarna
u op de knop drukt.
Beelden roteren [y]
q (Weergavemenu) y
1 Gebruik HI om een beeld te selecteren.
2 Druk op de knop A om het beeld
te draaien.
3 Indien nodig herhaalt u stap 1 en 2
om instellingen uit te voeren voor andere
MENU
beelden, waarna u op de knop drukt.
Gedraaide beelden blijven in hun nieuwe
stand opgeslagen, ook als de camera wordt
uitgeschakeld.