De flitsbelichtingscompensatie aanpassen
De flitsbelichtingscompensatie
aanpassen
Net als bij de belichtingscompensatie (p. 77) kunt u de belichting aanpassen
met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2 wanneer u de flitser gebruikt.
Veiligheids FE
De camera past automatisch de sluitertijd of diafragmawaarde aan wanneer
de flitser flitst om overbelichting en felle belichting van de lichtere delen van de
compositie te voorkomen. Als u echter op de knop n drukt om het tabblad
4 weer te geven en [Veiligheids FE] bij [Flits Instellingen] op [Uit] instelt, worden
de sluitertijd en diafragmawaarde niet automatisch aangepast.
92
De flitser gaat af en wanneer
verschijnt, wordt de flitsuitvoer
vastgehouden.
Als u de ontspanknop loslaat en nogmaals
op de knop b drukt, verdwijnt
de flitsbelichting ontgrendeld.
Kies de beeldcompositie en maak
een opname.
Als u één opname maakt, verdwijnt
wordt de flitsbelichting ontgrendeld.
Selecteer X.
Druk op de knop m en vervolgens op
de knoppen op om X te selecteren.
Stel de flitsbelichtings-
compensatie in.
Druk op de knoppen qr of draai de knop
5 om de flitsbelichtingscompensatie te
selecteren. Druk daarna op de knop m.
Na het instellen verschijnt X op
het scherm.
en wordt
en