Foto's maken (Smart Auto)
De camera kan het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen,
zodat u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie
kunt laten selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken.
Scherpstelbereik
(bij benadering)
Zoombalk
Schakel de camera in.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm verschijnt.
Selecteer de modus A.
Stel het programmakeuzewiel in op A.
Als u de camera op het onderwerp richt,
maakt de camera geluid omdat deze de
compositie bepaalt.
Het pictogram voor de ingestelde
compositie en het IS modus-pictogram
verschijnen op het scherm (pp. 176, 177).
De camera stelt scherp op gedetecteerde
onderwerpen en geeft kaders weer rond
deze gezichten.
Kies de compositie.
Als u de zoomknop naar i (telelens)
duwt, zoomt u in op het onderwerp zodat
dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar j
(groothoek) duwt, zoomt u uit op het
onderwerp zodat dit kleiner lijkt. (De
zoombalk, die de zoompositie aangeeft,
verschijnt op het scherm.)
25