AE-vergrendeling/belichting
U kunt de belichting vergrendelen of wijzigen met stappen van 1/3 in een
bereik van –2 tot +2 voordat u een opname maakt.
Het windfilter gebruiken
Het windfilter onderdrukt lawaai als er harde wind is. Er kan echter een
onnatuurlijk geluid klinken als het windfilter wordt gebruikt voor opnamen
waarbij geen wind aanwezig is.
Vergrendel de belichting.
Druk op de knop o om de belichting te
vergrendelen. De belichtingsschuifbalk
verschijnt.
Druk nogmaals op de knop o om
de vergrendeling op te heffen.
Wijzig de belichting.
Kijk naar het scherm en draai de knop 5
om de belichting in te stellen.
Maak de opname.
Druk op de filmknop.
Druk nogmaals op de filmknop om
de opname te stoppen.
Druk op de knop n om [Wind Filter]
te selecteren op het tabblad 4.
Druk vervolgens op de knoppen qr
om [Aan] te selecteren.
109