3.1.3 Veiligheidsinstructies voor het opladen
•
Lees de instructies van de lader voordat u deze oplaadt.
•
Gebruik de lader alleen in afgesloten ruimten die geventileerd,
droog en stofvrij zijn. Dek het apparaat niet af.
•
Controleer of de laadstroom en de laadspanning geschikt zijn voor
uw accu. U vindt deze informatie op de typeplaatjes of in de
meegeleverde documentatie.
•
Laad de batterij op voor gebruik.
•
Laad alleen Li-ion batterijen op. Laad geen lood-zuur, NiCd, NiMh of
niet-oplaadbare batterijen op.
•
Houd tijdens het opladen toezicht op de batterij en de oplader.
•
Laad geen oververhitte batterijen op. Stop met opladen als de
batterij te heet wordt (>60°C). De batterij moet afgekoeld zijn tot
omgevingstemperatuur voor het opladen. Als er een geur of
rookontwikkeling is, of als de batterij te heet is om aan te raken,
stop dan onmiddellijk met opladen en neem contact op met de
fabrikant van de batterij.
•
Haal na afloop van het laden de netstekker uit het stopcontact en
de oplaadstekker uit het stopcontact.
3.1.4 Veiligheidsinstructies voor het reinigen van de batterij en de
lader
•
Houd de batterij en de contacten schoon en droog. Reinig vuile
contacten met een droge doek.
•
Reinig de batterij niet met oplosmiddelen (d.w.z. thinner, alcohol,
olie, corrosiebescherming) of reinigingsmiddelen.
•
Reinig de batterij niet met een waterstraal, hogedrukreiniger of
stoomreiniger.
•
Houd de lader schoon en droog. Trek alle stekkers uit het
stopcontact voordat u de oplader schoonmaakt. Reinig de lader met
een droge of hoogstens vochtige doek.
-18-
NL (Li)