3.1 Veiligheidsvoorschriften voor batterij
en laadapparaat
Lithium-ionen batterijen kunnen bijvoorbeeld vallen, exploderen en
brandwonden veroorzaken als ze niet op de juiste manier worden
behandeld. Neem de veiligheidsinstructies punt 3.1 tot 3.1.6 in acht om
het risico tot een minimum te beperken.
•
Controleer de stekker en de kabel voor ieder gebruik en laat deze,
in geval van beschadiging, vervangen door een specialist.
•
Het laadapparaat is alleen geschikt voor batterijen geleverd bij het
omsnoeringsapparaat. Laad geen batterijen van andere fabrikanten.
Gebuik alleen originele reserve onderdelen.
•
Bescherm het laadapparaat en de batterij tegen vocht; gebruik
deze alleen in een droge ruimte. Open de batterij NIET en
bescherm deze tegen elektrische schokken, hitte en vuur. Gevaar
voor explosive!
•
Sla batterijen op in een droge vorstvrije ruimte. De
omgevingstemperatuur mag niet boven de 50°C en niet beneden
de -5°C komen.
•
Beschadigde batterijen mogen niet worden hergebruikt en dienen
op de juiste wijze te worden afgevoerd.
Aanwijzing!
•
Houd de connector van het laadapparaat en het ErgoPack system
weg van andere objecten en vuil.
-16-
NL (Li)