GEBRUIKERSINTERFACE AED TRAINER 3
A
B
C
D
E
A. Aansluiting voor trainingselektroden
Voor plaatsing van de stekker van
de trainingselektroden.
B. Lampje bij aansluiting van trainingselektroden
Geeft knipperend de plaats van de stekker aan wanneer
het apparaat is ingeschakeld. Als de stekker van de
trainingselektroden is aangesloten, is het lampje niet
meer zichtbaar. Het lampje stopt met knipperen
zodra de stekker goed is aangesloten.
C. Ontvangstvenster afstandsbediening — Ontvangt
de signalen van de optionele afstandsbediening.
D. Luidspreker
— Hierdoor klinken de gesproken instructies
van AED Trainer 3. Het volume van de luidspreker
kan met de afstandsbediening worden aangepast of
in de apparaatconfiguratie worden ingesteld.
E. Aansluiting stekker
F. Groen lampje 'Klaar'
Trainer 3 is ingeschakeld, knippert wanneer het apparaat
opdrachten voor de afstandsbediening ontvangt en blijft
uit wanneer het apparaat niet in gebruik is.
3
F
—
— Voor toekomstig gebruik.
— Brandt wanneer de AED
G
H
K
I
J
G. Poort voor baby-/kindsleutel
van de baby-/kindsleutel bij trainingen. Wanneer deze
sleutel is ingestoken, werkt de AED Trainer 3 in de
modus baby/kind en wordt defibrillatie van een baby
—
of kind onder de 8 jaar of 25 kg gesimuleerd.
H. Groene aan/uit-toets
Trainer 3 in en beginnen de gesproken instructies.
I. Oranje schokknop
toediening van gesimuleerde schokken. De knop
knippert wanneer tijdens een bepaald scenario een
schok moet worden toegediend.
J. Batterijencompartiment
alkalinebatterijen die de AED Trainer 3 van stroom
voorzien.
K. Geheugenkaart met besturingssysteem
het besturingssysteem van de AED Trainer 3, alle
gesproken opdrachten en de instellingen van het apparaat.
Deze geheugenkaart moet in de AED Trainer 3 zijn
geplaatst om het apparaat te kunnen gebruiken.
— Voor plaatsing
— Hiermee schakelt u de AED
— Hiermee beheert u de
— Bevat de vier AA
— Bevat