9.4.1 Beschrijving van "geen-start" codes
Code
Geen. De automatische start werkt correct
00
De accu van de maaier is nog niet voldoende
01
geladen om automatisch te starten
Inactieve tijd is ingeschakeld. Geen automatische
02
start tijdens de inactieve tijd
De maaicyclus is voltooid. Wacht op de volgende
03
geprogrammeerde operatie
In de laatste 30 minuten zijn vochtige
04
omstandigheden of regen gedetecteerd.
De maaier is uitgeschakeld
05
De gebruiker moet ingrijpen (interactie) om verder
07
te werken
Meerdere opeenvolgende maaibewerkingen
hebben korter geduurd dan verwacht. Gaat
08
meestal samen met U018 ("Werkingstijd is korter
dan verwacht")
De eenmalige configuratie is bezig
09
De automatische werking is uitgeschakeld op het
11
menu P021 (zie sectie 6.4.2)
De automatische werking is op het
12
controlepaneel gepauzeerd
Alle weekdagen zijn als inactieve dagen ingesteld
13
De maaier wordt rechtstreeks via het
14
controlepaneel geladen (via de DC-aansluiting)
De accucellen worden in evenwicht gebracht, in
15
de speciale laadmodus
De maaier bevindt zich in het basisstation maar
16
krijgt geen laadstroom
Lage omgevingstemperatuur
17
Probleem met de toegang tot een subzone. De
18
maaier krijgt geen toegang tot een subzone
50
Beschrijving
Oplossingen
Geen. Wacht tot het einde van de huidige
laadcyclus
Geen. Wacht tot het einde van de huidige
laadcyclus. Dit kan langer dan gewoonlijk duren
Geen. Controleer de instelling van de inactieve
tijd (zie sectie 6.4.3.1)
Geen
- Geen. Wacht ten minste 30 minuten nadat het
is gestopt met regenen
- Als het niet heeft geregend, kunt u misschien
de gevoeligheid van de regensensor afstellen
(zie P008 in sectie 6.4.2) of belt u de
Robomow Hotline
Zet de veiligheidsschakelaar aan
Bevestig de foutmelding
- Inspecteer het mes en de aandrijfwielen van
de maaier.
- De werkingstijd van de accu kan te kort zijn.
De eenmalige configuratie moet voltooid zijn
voor de automatische werking kan beginnen
Schakel de automatische werking in op het
menu P021
Schakel automatische werking in via het
controlepaneel.
Controleer de instelling van de inactieve tijd (zie
sectie 6.4.3.1)
Verwijder het DC-snoer van de maaier. Zet de
maaimachine in het basisstation.
Geen. Wacht tot het einde van de huidige
laadcyclus. Dit kan langer dan gewoonlijk duren.
- Controleer de verbinding tussen het
controlepaneel en het basisstation
- Controleer of de laadcontacten niet worden
belemmerd
Geen. De maaier zal automatisch starten als het
warmer wordt.
Zie U090-U093 in sectie 9.3