Audio-aanpassingen
[SRC] [VOL]
[ ]
Audioregeling
U kunt wijzigingen aanbrengen in de volgende opties
voor audioregeling.
1
Selecteer de bron
Druk op de toets [SRC].
Selecteer het display "TUNER"/"USB" of "iPod"/
"CD"/"AUX".
2
Activeer de modus voor het instellen van
functies
Houd de knop [VOL] minimaal 1 seconde
ingedrukt.
"FUNCTION" wordt weergegeven.
3
Selecteer de optie
Draai aan de knop [VOL] om de gewenste optie
weer te geven en druk vervolgens op de knop
[VOL].
Selecteer "AUDIO CONTROL" ("AUDIO CTRL")
optie of selecteer "AUDIO CONTROL" ("AUDIO
>
CTRL")
"DETAILED SET" ("DETAIL SET")
Functieoptie
Selecteerbare instelling/optie
"SUBWOOFER SET"
Schakelt de subwooferuitvoer in of uit.
("SUB-W SET")
OFF/ON
"BASS BOOST"
Selecteert de modus voor het instellen van de
basversterking.
OFF/LV1/LV2 (De indicator licht op afhankelijk van
de instelling.)
"SYSTEM Q"
Overschakelen tussen de volgende vooraf ingestelde
equalizercurven. De indicator "EQ" licht op als System
Q is ingesteld op een ander EQ-modus dan "NATURAL".
NATURAL/USER/ROCK/POPS/EASY/TOP40/
JAZZ/GAME
Voor USER: Deze aanduiding wordt weergegeven als
"BASS LEVEL"
U kunt het niveau voor de lage tonen instellen voor
elke bron.
–8 — 0 — +8
"MID LEVEL"
U kunt het niveau van de middentonen instellen
voor elke bron.
–8 — 0 — +8
"TRE LEVEL"
U kunt het niveau van de hoge tonen instellen voor
elke bron.
–8 — 0 — +8
>
> >
optie.
het niveau van de lage tonen, het niveau
van de middentonen of het niveau van
de hoge tonen is aangepast.
"BALANCE"
Hiermee wordt de balans tussen de linker- en
rechterluidspreker aangepast.
(Links) L15 — 0 — R15 (Rechts)
"FADER"
Hiermee wordt de balans tussen de voorste en
achterste luidspreker aangepast.
(Achter) R15 — 0 — F15 (Voor)
"SUB-W LEVEL"
U kunt subwooferniveau instellen.
–15 — 0 — +15
"DETAILED SET"
Naar gedetailleerde optie gaan.
("DETAIL SET")
"LPF SUBWOOFER"
De cut-off frequentie van de subwooferuitvoer
("LPF SUB-W")
selecteren.
85/120/160/THROUGH (OFF) Hz
"SUB-W PHASE"
De fase van de subwooferuitvoer selecteren.
REVERSE (180°)/ NORMAL (0°)
"SUPREME SET"
Schakelt de Supreme-functie in en uit.
OFF/ON
"VOLUME OFFSET"
Het verschil tussen het volume van elke bron en het
("VOL OFFSET")
basisvolume instellen.
–8 — 0 (AUX: –8 — 0 — +8)
(Fabrieksinstelling: Onderstreept)
4
Voer een instelling uit
Draai aan de knop [VOL] om de gewenste optie
weer te geven en druk vervolgens op de knop
[VOL].
5
Exit Sluit de modus voor het instellen van
functies af
Houd de toets [
] minimaal 1 seconde
ingedrukt.
⁄
• SUPREME:
Technologie om het hoge-frequentiebereik, dat wordt
weggelaten tijdens het coderen naar een lage bitsnelheid,
te extrapoleren en de vervolledigen met een algoritme
(minder dan 128Kbps, sampling-frequentie is 44,1kHz).
Aanvulling wordt geoptimaliseerd door middel van
compressie-indeling (MP3, WMA en AAC) en verwerkt
op basis van bitsnelheid. Het effect is verwaarloosbaar
bij liedjes die gecodeerd zijn met een hoge bitsnelheid,
variabele bitsnelheid of een beperkte hoge-
frequentiecomponent hebben.
95
|
Nederlands