Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
Instelling
Opties
Beveiliging
WPA2/WPA3-PSK Maakt verbinding in de persoonlijke
WPA2/WPA3-EAP Maakt verbinding in de WPA2/WPA3-
WPA3-PSK
WPA3-EAP
Openen
Wachtwoordzin
Verschillende
wachtwoordzinnen
(Voor
van 8 tot 63 tekens
WPA2/WPA3-
PSK- en WPA3-
PSK-beveiliging)
Beschrijving
WPA2/WPA3-modus. De
coderingsmethode wordt automatisch
geselecteerd aan de hand van de
instellingen van het toegangspunt. Stel
een wachtwoord in dat hetzelfde is voor
het toegangspunt.
bedrijfsmodus. De coderingsmethode
wordt automatisch geselecteerd aan de
hand van de instellingen van het
toegangspunt.
Maakt verbinding in de persoonlijke
WPA3-modus. Communicatie wordt
uitgevoerd met WPA3-beveiliging.
Gebruikt AES-coderingsmethode.
Wanneer u een verbinding tot stand
brengt tussen een computer en de
projector, moet u het wachtwoord
invoeren.
Maakt verbinding in de WPA3-
bedrijfsmodus. De coderingsmethode
wordt automatisch geselecteerd aan de
hand van de instellingen van het
toegangspunt.
Beveiliging is niet ingesteld.
Voer de vooraf gedeelde wachtwoordzin
in die wordt gebruikt op het netwerk.
Wanneer u de wachtwoordzin hebt
ingevoerd en op [Enter] drukt, wordt de
waarde ingesteld en weergegeven als een
sterretje (*).
Wij raden u aan het wachtwoord
periodiek te wijzigen voor de veiligheid.
Als de netwerkinstellingen geïnitialiseerd
zijn, keert de instelling terug naar het
standaardwachtwoord.
Instelling
Opties
EAP-type
PEAP
(Voor
WPA2/WPA3-
EAP- en WPA3-
EAP-beveiliging)
PEAP-TLS
EAP-TLS
EAP-FAST
Gebruikersnaam
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
Wachtwoord
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
Clientcertificaat
—
Servercertificaat
Aan
verifiëren
Uit
CA-certificaat
—
210
Beschrijving
Verificatieprotocol dat veel gebruikt
wordt in Windows Server.
Verificatieprotocol dat wordt gebruikt in
Windows Server. Selecteer dit bij gebruik
van een clientcertificaat.
Verificatieprotocol dat veel wordt
gebruikt met een clientcertificaat.
Selecteer dit als deze
verificatieprotocollen worden gebruikt.
Voer een gebruikersnaam in voor het
netwerk. Om een domeinnaam op te
nemen, voegt u deze toe vóór een
backslash en de gebruikersnaam
(domein\gebruikersnaam).
Als u een clientcertificaat importeert,
wordt de naam die aan het certificaat is
toegewezen, automatisch ingesteld.
Voer een wachtwoord in voor de
authenticatie. Nadat u het wachtwoord
hebt ingevoerd en Instellen hebt
geselecteerd, wordt het wachtwoord
weergegeven als een sterretje (*).
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer EAP-type is ingesteld op PEAP
of EAP-FAST.
Importeert het clientcertificaat.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer EAP-type is ingesteld op PEAP-
TLS of EAP-TLS
Stel dit op Aan om het servercertificaat te
verifiëren wanneer een CA-certificaat is
ingesteld.
Importeert het CA-certificaat.