Geavanceerde Beeldaanpassingsfuncties gebruiken
Er zijn acht aanpassingsniveaus, van wit via grijs tot zwart. U
kunt elk niveau afzonderlijk bijstellen.
a
g
Selecteer Aanpassingen starten en druk op [Enter].
h
Selecteer het beeldgebied dat u wilt aanpassen en druk op [Enter].
Pas elk gebied individueel aan en selecteer dan Alles en pas het
volledige scherm aan.
a
i
Selecteer Rood, Groen of Blauw en pas, indien nodig, de kleurtint aan.
Het aanpassingsscherm verandert telkens wanneer u op [Enter]
drukt.
a
j
Druk op [Esc] om naar het Scherm voor de gebiedsselectie terug te
keren.
k
Herhaal de kleuraanpassingen voor elk gebied.
l
Keer terug naar stap 5 en herhaal alle stappen om andere niveaus aan te
passen.
m
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent om af te sluiten.
Kalibratie licht uitvoeren
Kalibratie licht past automatisch elke verschil aan tussen de witbalans en het
helderheidsniveau van de lichtbron. U moet kalibratie licht elke 100 uur
projectorgebruik uitvoeren. U kunt de automatische kalibratie ook plannen of
de lichtbron handmatig uitvoeren met de menu's.
De automatische kalibratie van de lichtbron start mogelijk niet in de volgende
omstandigheden:
• Binnen 20 minuten na het inschakelen van de projector.
• Wanneer u direct uitschakelen gebruikt.
• Wanneer u de projector ononderbroken gebruikt gedurende meer dan 24
uur.
• Wanneer de helderheid van de projector automatisch wordt gedimd door
hoge temperaturen.
114