7.0
DE RIJSNELHEID
De gatafstand in rijrichting wordt bepaald door de rijsnelheid. Als een kleine gatafstand gewenst is,
moet er voldoende langzaam gereden kunnen worden, wat afhankelijk is van de tractor of de Verti-
Power.
Het ingaande toerental van de aftakas mag maximaal 540 rpm bedragen.
Als harde objecten te verwachten zijn, moet deze snelheid verlaagd worden.
Met zwaardere pennen, andere toepassingen of bij maximale penhoek kunnen de penhouders gaan
zweven. Verlaag ook dan het toerental , voordat de penhouders omhoog slaan.
Als de Verti-Drain
verschillende aftakas hoeken trillingen veroorzaken in de aandrijflijn van de machine. Deze
trillingen kunnen de machine en de gaten in de grond beschadigen.
Als de aftakas incorrect is ingekort, of een andere tractor wordt gebruikt, kan de tandwielkast
extra belast worden waardoor beschadiging kan ontstaan.
®
niet correct is gemonteerd achter de tractor, zie fig.8, kunnen
15