5.8. BESCHERMGAS
Gasflessen zijn hogedrukvaten. Zij kunnen ontploffen als het gevolg van (om)vallen!
Voor het lassen van roestvrij staal, worden normaal gesproken gemengde gassen gebruikt. Controleer of de afsluiter van de
gasfles geschikt is voor het gas. De hoogte van de lasstroom is gezet overeenkomstig de lasstroom gebruikt in het werk. Een
geschikte lasstroom is normaal gesproken 8 - 10 l/min. Indien de gasstroom niet geschikt is, wordt de lasverbinding poreus.
Neem contact op met uw lokale Kemppi-dealer voor het kiezen van gas en equipement
5.8.1. Installeren van gasfles
Plaats de gascylinder altijd verticaal op een plaats of onderwagen die daar speciaal voor ingericht is. Sluit de
afsluiter van de cylinder na het lassen.
A
C
De volgende installatie instructies zijn geldig voor de meeste gasstroom regulator types:
1. Stap opzij en open de flesafsluiter (A) gedurende een tijd om eventuele onzuiverheden weg te blazen van de
flesafsluiter.
2. Draai de druk regulatieschroef (B) van de regulator totdat er geen tegendruk meer gevoeld kan worden.
3. Indien aanwezig in de regulator, sluit naadventiel.
4. Instaleer de regulator op de flesafsluiter en maak deze vast door middel van de verbindingsmoer (C) met een passende
moersleutel.
5. Instaleer de slangspil (D) en hulsmoer (E) in de gasslang en maak deze vast met een slangklem.
6. Verbind de slang met de regulator en het andere uiteinde met de draadaanvoereenheid. Maak de hulsmoer vast.
7. Open flesafsluiter langzaam. Gasfles drukmeter (F) toont de druk van de fles. Let op! Gebruik nooit de hele inhoud
van de fles. De fles moet worden gevuld tot de druk van de fles 2 bar is.
8. Indien aanwezig in de regulator, open naaldventiel.
9. Draai de regulatieschroef (B) totdat de drukmeter van de slang (G) de gewenste stroom (of druk) aangeeft. Bij het
reguleren van de stroomhoeveelheid, dient de stroombron ingeschakeld te zijn en tegelijkertijd dient de pistoolschakelaar
ingedrukt te worden.
Sluit de flesafsluiter na het lassen. Indien de machine gedurende langere tijd buiten gebruik is, ontschroef de druk
regulatieschroef.
6. BEDIENINGSPANELEN EN INSTELLINGEN
6.1. POTENTIOMETER VOOR DRAADAANVOERSNELHEID
De draadaanvoersnelheid kan traploos worden ingesteld met behulp van de potentiometer op het frontpaneel (zie paragraaf
„Panelen"). De potentiometer is voorzien van een referentieschaal voor max. snelheden van 18 m/min.
6.2. AFBRANDVERTRAGING
De diverse lasmaterialen en beschermgassen gedragen zich op een verschillende manier bij het laseinde en bijgevolg dient de
lasstroom met een zekere vertraging te worden uitgeschakeld.
Wanneer u probeert te lassen met een ongeschikte afbrandvertraging, brandt de draad vast in het mondstuk, ontstaat een te
grote „kop" aan het draaduiteinde of blijft de draad aan het werkstuk vastzitten.
Op de vertraging inwerkende factoren:
De draadaanvoersnelheid is van doorslaggevende invloed op de vereiste afbrandtijd. Bij een lage voedingssnelheid steeds
een korte afbrandtijd kiezen.
© KEMPPI OY
F
G
B
E
D
Onderdelen van gasstroming regulator
A Gasfles afsluiter
B Druk regulatie schroef
C Verbindingsmoer
D Slangspil
E Hulsmoer
F Gasfles drukmeter
G Gasslang drukmeter
KEMPOWELD WIRE 200 / 0546 – 9