10.5 Pomp Diff thermostaatfunctie (G46) aan/uit
230V 1N~
Voeler (B46) wordt aangesloten op de relaiskaart (A2) op klemmenstrook G65–
G66. Circulatiepomp G46 wordt aangesloten op de volgende klemmenstroken:
Fase:
Nul:
Aarding:
Controleer de werking door de pomp te testen in het menu
"Installateur / S ervice / Functietest" in het besturingssysteem.
10.6 Verwarmingskring 2 (alt. Passieve koeling)
Vertrekvoeler 2 (B2) NTC 22k wordt aangesloten op klemmenstroken G15-G16
op de voelerklemmenstrook.
plaats de vertrekvoeler op de vertrekleiding, bij voorkeur na de circulatiepomp.
Het detectiedeel is aan het eind van de voeler (zie tekening).
•
Bevestig de voeler met het meegeleverde kabelbandje.
•
Zorg ervoor dat de voeler goed contact met de buis maakt.
Breng contactpasta aan op de voorkant van de voeler tussen de
voeler en de buis als goed contact anders moeilijk te verkrijgen is.
•
Belangrijk! Isoleer de voeler met leidingisolatie.
•
Sluit de kabels aan op de voelerklemmenstrook op positie G15-G16.
Mengkraan 2 (Y2) is aangesloten op klemmenstroken A15, A16 en nul op de
voelerklemmenstrook:
Zwart
Bruin
Blauw
Radiatorpomp 2 (G2) is aangesloten op klemmenstrook A36 en de nul en aarde
op de voelerklemmenstrook:
Bruin
Blauw
Geel/groen
Passieve koeling wordt aangepast met vertrekvoeler 2 (B2), wat dan betekent
dat verwarmingskring 2 en koeling niet tegelijkertijd kunnen worden gebruikt.
Voor een gecombineerd vloerverwarming en passieve koeling moet de
3-wegklep (Y60) als volgt worden aangesloten:
Zwart
Bruin
Blauw
Contactpasta
Leiding vertrek
48
bruin
Klemmenstrook A:11
blauw
geel/groen
Open
Klemmenstrook A15
Gesloten
Klemmenstrook A16
Nul
N
Klemmenstrook X2/ A36
X2/N
Nul
X2/PE
Aarde
Klemmenstrook X2/ A36
Relaisuitgang
Klemmenstrook X2/L1
Fase
Klemmenstrook X2/N
Nul
Voelerelement
Voeler
Sensorkabel
Kabelbandje
Isolatie