REMKO serie LRM
6
Inbedrijfstelling
Eerste inbedrijfstelling
De luchtfilters zijn in de leveringstoestand in folie
gelast. Voor de eerste inbedrijfstelling moeten de
filters uit het apparaat genomen en uitgepakt
worden. De werkwijze bij het verwijderen en
plaatsen van het filter is in het hoofdstuk "Verzor-
ging en onderhoud" beschreven.
Belangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstel-
ling
n
Alle verlengingen van de elektrische aanslui-
ting moeten een voldoende draaddoorsnede
hebben en mogen alleen volledig uit- resp.
afgerold worden gebruikt.
n
De netaansluitkabel niet als treksnoer
gebruiken.
AANWIJZING!
Het bedrijf van het apparaat met ingelast filter
kan schade aan de interne apparaatcompo-
nenten veroorzaken.
Inbedrijfstelling
Start het apparaat als volgt:
1.
Steek de voedingsstekker van het apparaat
in n een correct geïnstalleerd en beveiligd
stopcontact (230V/50 Hz).
Wanneer u de luchtreiniger op het elektrici-
teitsnet aansluit, is het apparaat uitgescha-
keld (geen bedrijf). De bedieningseenheid
geeft een signaaltoon af.
2.
Druk op de toets "ON/OFF". De bedienings-
eenheid geeft een signaaltoon af. De toets
"ON/OFF" brandt en geeft daarmee aan dat
het apparaat is geactiveerd.
3.
Selecteer de gewenste bedrijfsparameter op
het bedieningsveld.
Weer opstarten na stroomuitval:
Wanneer de stroom uitvalt of de voedingsstekker
er tijdens bedrijf uitgetrokken wordt, is het appa-
raat uitgeschakeld. Bij het opnieuw inschakelen
van de stroombron of bij het hernieuwd insteken
van de stekker start het apparaat weer automa-
tisch met opgeslagen instellingen.
16
7
Buiten werking stellen
Als de luchtreinigers worden gedeactiveerd, kan dit
wederom handmatig via de toets "ON/OFF" op het
bedieningsveld of automatisch aan de hand van de
vooraf ingestelde uitschakelvertraging ("Timer"-
toets) gebeuren.
AANWIJZING!
Als er een langdurige buitengebruikstelling is
gepland, is het raadzaam om het filter vanwege
hygiëneredenen te verwijderen en bij her-
nieuwde ingebruikname te vervangen.