BIJLAGE B. VERKLARENDE WOORDENLIJST
Hieronder is een alfabetische woordenlijst. Iedere term die in een cursieve lettertype wordt afgebeeld wordt
uitgelegd.
Afbreekperiode: als een alarm afgaat wordt eerst gedurende een beperkte periode de interne buzzer
geactiveerd die als alarmvertraging periode door de monteur is ingesteld. Als u per ongeluk een alarm doet
afgaan, kunt u het systeem binnen de alarmvertraging periode uitschakelen voordat de sirenes gaan luiden en
het alarm wordt gerapporteerd aan een responder.
Alarm: Er zijn 2 soorten alarmen:
Luid alarm – de interne en externe sirenes klinken constant en het controlepaneel meldt de gebeurtenis
telefonisch door.
Stil alarm - de sirenes klinken niet, maar het controlepaneel meldt de gebeurtenis wel telefonisch door.
Een alarm wordt veroorzaakt door:
Een beweging die door een bewegingsdetector is gedetecteerd
Een statusverandering die door een magneetcontact is gedetecteerd – een gesloten raam of deur wordt
geopend
Rook wordt gedetecteerd door een rookdetector
Er is sabotage aan één van de detectors
Tegelijkertijd op twee noodknoppen te drukken (paniek)
Responder: Een responder kan een professionele service provider (meldkamer) zijn waar de huiseigenaar of
bedrijfseigenaar zich op abonneert of een familierelatie/vriend die toestemt om op het beveiligde pand te letten
tijdens de afwezigheid van zijn bewoners. Het systeem rapporteert telefonisch de gebeurtenissen naar beide
responders
Bedieningspaneel: Het bedieningspaneel is een elektronische schakelpaneel die het alarmsysteem aan kan
sturen. Het verzamelt informatie van verschillende sensoren, verwerkt deze en zal op verschillende manieren
hierop reageren. Het bevat ook de gebruikersinterface - bedieningstoetsen, het numerieke keypad, display en
buzzer.
Bewegingsensors: Een passieve infrarood bewegingsensor. Bij het waarnemen van beweging zendt de sensor
een alarmsignaal naar het systeem. Na de verzending is het in de stand-by status om bewegingen te detecteren.
Detector: Het apparaat dat een alarm verstuurt, dat communiceert met het systeem (bijv. NEXT PG2 is een
bewegingsmelder, SMD-426 PG2 is een rookmelder)
Deurbelzones: Hiermee kunt u activiteiten in het beveiligde gebied nagaan als het alarmsysteem in de
uitgeschakelde status is. Als een belzone wordt "verstoord" gaat de zoemer twee keer af. De zoemer gaat niet
af als de zone weer vrij komt (terug naar de normale status). Wooncomplexen kunnen deze eigenschap
gebruiken voor het aankondigen van bezoekers. Bedrijven kunnen deze optie gebruiken als klanten het bedrijf
binnenkomen of als personeel beperkte gebieden betreden.
Let op: Een 24-uur zone of een brandzone mag niet als deurbelzone ingesteld worden, omdat beide zonetypes
een alarm doen afgaan als het systeem in de uitgeschakelde status is.
Hoewel een of meer zones als deurbel zones zijn aangemerkt, is het nog steeds mogelijk de deurbel functie in of uit te
schakelen met de deurbel AAN/UIT knop
Direct: u kunt het systeem programmeren op WEG-DIRECT of THUIS-DIRECT, hierdoor annuleert u de
inloopvertraging voor alle vertragingzones tijdens één inschakelingperiode.
U kunt bijvoorbeeld het controlepaneel in de THUIS-DIRECT modus inschakelen en in het beveiligde gebied
blijven. Alleen de omtrek beveiliging is actief en als u niet verwacht dat iemand onverwachts binnenkomt terwijl
het systeem is geactiveerd, is alarmering bij binnenkomst door de voordeur een goede beveiliging.
Om het systeem uit te schakelen zonder een alarm te veroorzaken, gebruikt u uw afstandsbediening
toetsenpaneel (dat gewoonlijk toegankelijk is zonder dat een omtrekzone wordt verstoord) of gebruik een keyfob
zender.
Draadloze rookmelder: Een gewone rookmelder en een draadloze PowerG zender in één behuizing. Nadat rook is
gedetecteerd, verzend de detector zijn ID code en een alarmsignaal en meerdere status signalen naar het
controlepaneel. Daar de rookdetector aan een speciale brandzone is gekoppeld, wordt een rookalarm geslagen.
64
BIJLAGE B. VERKLARENDE WOORDENLIJST
en
LED
.
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding