Sirene
Een partitie komt in alarm wanneer een alarmmelding van een sensor die is toegewezen aan deze partitie
binnenkomt. Sensoren hebben geen effect op partities waar ze niet aan toegewezen zijn. Een sirene is echter
toegewezen aan alle partities; de sirene zal dan ook af gaan als een alarm in één of meerdere partities ontstaat.
Sirene werking
De sirene wordt geactiveerd door een alarmmelding van een actieve sensor.
Overlappende sirene activatie van verschillende partities zorgen er niet voor dat de sirenetijd (tijd dat de
sirene klinkt) verlengd wordt.
Wanneer de sirene klinkt, zal deze pas stoppen zodra alle ingeschakelde partities zijn uitgeschakeld (of
wanneer de sirenetijd afgelopen is). Indien de sirene echter geactiveerd is door een zone uit een
gezamenlijke partitie, dan zal de sirene stoppen zodra één van de gezamenlijke partities is uitgeschakeld.
Indien er eerst een zone uit de gezamenlijke, en vervolgens een zone uit één van de partities in alarm is
gegaan, dan zal de sirene pas stoppen zodra alle partities zijn uitgeschakeld.
Indien er een brandmelding in partitie 1 en een inbraakmelding in partitie 2 heeft plaatsgevonden, dan zal
de sirene het BRAND alarm klinken. Indien partitie 1 is uitgeschakeld, wordt er een INBRAAK alarm
gehoord totdat de sirenetijd is afgelopen.
Partitie status display
De status van iedere partitie wordt op de volgende manier weergegeven:
P1:X P2:X P3:X
Elke X staat voor een andere partitie status:
G
Gereed
N
Niet Gereed
W
Weg
T
Thuis
I
Inloop vertraging
U
Uitloop vertraging
P
Partitie (niet in gebruik)
KP-140 PG2/ KP-141 PG2 (met prox)
Het draadloze bedieningspaneel kan ook worden gebruikt om een partitie in-/uit te schakelen.
Een Partitie In-/Uitschakelen
Notitie: Zorg ervoor dat de partitie functie door de installateur is geactiveerd.
Om een partitie in- of uit schakelen, druk op het gewenste partitie nummer (
de gewenste actie
proximity tag (KP-141 PG2).
KP-160 PG2 Arming Station
Het KP-160 PG2 Arming Station is een icoon gebaseerd grafisch bedieningspaneel en kan ook worden gebruikt
om een partitie in-/uit te schakelen met behulp van een proximity tag.
Een Partitie In-/Uitschakelen
Notitie: Zorg ervoor dat de partitie functie door de installateur is geactiveerd.
Om een partitie in- of uit schakelen, druk op het gewenste partitie nummer (
gewenste actie
(THUIS) /
tag.
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
(THUIS) /
(WEG) /
(WEG) /
BIJLAGE A. PARTITIES
(UITSCHAKELEN) en een geldige gebruikerscode of
(UITSCHAKELEN) en presenteer vervolgens uw proximity
/
/
) gevolgd door
/
/
)gevolgd door de
63