Gevoeligheid
Gevoeligheid
Met "gevoeligheid" wordt de gevoeligheid van de camera voor licht bedoeld. Hef en draai de sluitersnel-
heid-/gevoeligheidsschijf om uit waarden te kiezen tussen 200 en 12800, of selecteer L (100), H (25600),
of H (51200) voor bijzondere situaties (P 121). Hogere waarden kunnen worden gebruikt om beelden
minder wazig te maken als er weinig verlichting is, terwijl lagere waarden zorgen voor tragere sluitertijden
of een wijdere opening van het diafragma bij fel licht. Let erop dat spikkels kunnen verschijnen in foto's
met een hoge gevoeligheid, met name bij H (51200), terwijl het kiezen van L (100) het dynamisch bereik
vermindert. Waarden van ISO 200 t/m 6400 zijn aan te bevelen in de meeste situaties. Als A is geselec-
teerd, past de camera de gevoeligheid automatisch aan aan de omstandigheden overeenkomstig met de
optie die is geselecteerd voor A OPNAME-INSTELLINGEN > ISO AUTOM.INSTELLINGEN (P 100). Kies
uit AUTO 1, AUTO 2, en AUTO 3.
R Als OPDRACHT is geselecteerd voor D TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN > ISO-SCHIJF INSTELLING(A) (P 121),
kan de gevoeligheid ook worden aangepast door de gevoeligheid in te stellen op A en te draaien aan de voorste
instelschijf.
R De gevoeligheid wordt niet gereset wanneer de camera wordt uitgezet.
63