■ D TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN
INSTELLINGEN FOCUSHENDEL
INSTELLINGEN FOCUSHENDEL
Kies de functies uitgevoerd door de scherpstellingstok (scherpstellinghendel).
Optie
Optie
VERGRENDELING (UIT)
VERGRENDELING (UIT)
De scherpstellingstok kan niet worden gebruikt tijdens het fotograferen.
Druk op de stok om het scherpstellingpuntscherm te bekijken en kantel de stok om een scherpstelpunt te
DRUK n n OM TE ONTGR.
DRUK
OM TE ONTGR.
selecteren.
AAN
AAN
Kantel de stok om het scherpstellingpuntscherm te bekijken en selecteer een scherpstelpunt.
BEWERK/SLA OP SNELMENU
BEWERK/SLA OP SNELMENU
Kies de weergegeven opties in het snelmenu (P 45).
FUNCTIE-INS. (Fn)
FUNCTIE-INS. (Fn)
Kies de functies die de AEL/AFL- en functietoetsen en het midden van de achterste instelschijf moeten hebben (P 46).
ISO SCHIJFINSTELLINGEN (H)
ISO SCHIJFINSTELLINGEN (H)
Kies de ISO-gevoeligheid toegewezen aan de H-positie op de gevoeligheidsschijf.
Opties: 25600/51200
ISO-SCHIJF INSTELLING(A)
ISO-SCHIJF INSTELLING(A)
Kies hoe de gevoeligheid wordt aangepast wanneer de sluitersnelheid-/gevoeligheidsschijf wordt gedraaid naar A.
Optie
Optie
AUTO
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan de helderheid van het onderwerp.
OPDRACHT
OPDRACHT
De gevoeligheid wordt handmatig ingesteld door het draaien van de voorste instelschijf.
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
Het instellingenmenu
121