De menu's gebruiken: Opnamestand
ISO AUTOM.INSTELLING.
ISO AUTOM.INSTELLING.
Kies de basisgevoeligheid, maximale gevoeligheid en minimale sluitertijd voor automatische ISO-gevoeligheid, welke is geactiveerd
door het kiezen van AUTO voor D TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN > ISO-SCHIJF INSTELLING(A). Instellingen voor AUTO1, AUTO2,
en AUTO3 kunnen afzonderlijk worden aangepast.
BASISINSTEL. GEVOELIGHEID
MAX. GEVOELIGHEID
MIN. SLUITERSNELH
De camera kiest automatisch een gevoeligheid tussen de standaard- en maximumwaarden. Gevoeligheid is alleen hoger dan de stan-
daardwaarde als de vereiste sluitertijd voor optimale belichting langer is dan de waarde geselecteerd voor MIN. SLUITERSNELH.
R Als de waarde geselecteerd voor BASISINSTEL. GEVOELIGHEID hoger is dan de waarde geselecteerd voor MAX.
GEVOELIGHEID, BASISINSTEL. GEVOELIGHEID wordt ingesteld op de waarde geselecteerd voor MAX. GEVOE-
LIGHEID.
R De camera selecteert mogelijk sluitertijden die langer zijn dan MIN. SLUITERSNELH als foto's nog steeds onderbe-
licht zijn bij een waarde geselecteerd voor MAX. GEVOELIGHEID.
CONVERSIELENS
CONVERSIELENS
Pas instellingen voor optionele conversieobjectieven aan.
Optie
Optie
GROOTHOEK
TELE
UIT
DIGITALE TELE-CONV.
DIGITALE TELE-CONV.
Maak foto's op verschillende brandpuntsafstanden door gebruik te maken van de digitale teleconverter (P 54).
100
AUTO1
AUTO1
800
800
Kies bij het gebruik van een optische WCL-X100 conversielens.
Kies bij het gebruik van een optische TCL-X100 conversielens.
Kies wanneer geen conversielens wordt bevestigd.
Standaard
Standaard
AUTO2
AUTO2
200
200
1600
1600
1 1
/ /
60 60
Beschrijving
Beschrijving
AUTO3
AUTO3
3200
3200