Installatie
Accessoires
Installeer de volgende accessoires in de volgorde die
wordt aangegeven in A
FB
verloopstukken.
Hydraulische aanvoer
De hydraulische aanvoer moet te allen tijde schoon
worden gehouden om schade aan de motor en de
hydraulische aanvoer te voorkomen.
1. Blaas de leidingen schoon met lucht en spoel
ze grondig door, voordat u ze weer op de motor
aansluit.
2. Dicht de hydraulische inlaten, uitlaten en
leidinguiteinden af wanneer u ze om wat
voor reden dan ook loskoppelt.
Zorg ervoor dat de voeding de motor voldoende stroom
kan leveren. Zorg ervoor dat de voeding is uitgerust met
een zuigfilter op de hydraulische pomp.
Hydraulische aanvoerleiding
•
Voor Viscount I Plus-motoren is de hydraulische
inlaat op de motor 20 mm (3/4 inch), 37° uitlopend.
Gebruik minstens een hydraulische toevoerleiding
(L) met een binnendiameter van 13 mm (1/2 inch).
•
Gebruik voor Viscount II-motoren een toevoerleiding
(L) met een minimale binnendiameter van 13 mm
(1/2 inch). De motor heeft een fitting van 3/4 npt(f)
(20 mm) voor de aanvoer van hydraulische olie.
•
Afsluiter toevoerleiding (S): isoleert de motor bij
onderhoud aan het systeem.
•
Drukmeter hydraulische vloeistof (P): meet de
druk van de hydraulische olie naar de motor en
voorkomt overdruk van de motor of de onderpomp.
8
. 2 en gebruik waar nodig
LET OP
•
Druk- en temperatuurgecompenseerd
stroomregelventiel- (T): voorkomt dat de motor te
snel gaat draaien en daarmee zichzelf beschadigt.
Drukreduceerventiel (N), met een aftapleiding (M)
naar de retourleiding (K): regelt de hydraulische
druk naar de motor. Hydraulische retourleiding
•
Voor Viscount I Plus-motoren is de hydraulische
uitlaat op de motor 22 mm (7/8 inch), 37° uitlopend.
Gebruik een retourleiding (K) met een
binnendiameter van minstens 16 mm (5/8 inch).
•
Gebruik voor Viscount II-motoren een retourleiding
(K) met een binnendiameter van minstens 22 mm
(7/8 inch). De motor heeft een retourfitting voor
hydraulische olie van 1 inch npt(f).
•
Afsluiter retourleiding (R): isoleert de motor bij
onderhoud aan het systeem.
Gebruik nooit de afsluiter van de retourleiding om de
hydraulische stroom te regelen. Installeer geen
stroomregelvoorzieningen op de hydraulische
retourleiding.
•
Retourmateriaalfilter (J): verwijdert resten van
de hydraulische vloeistof om het systeem soepel
te helpen lopen (formaat 10 micron).
Materiaalleiding
Zie A
. 2 voor een voorbeeldinstallatie.
FB
•
Materiaalfilter: met een roestvrij stalen element
met een maaswijdte van 60 (250 micron) dat deeltjes
uit het materiaal filtert als dit uit de pomp komt.
•
Materiaalaftapkraan (U): is vereist in uw systeem
om de materiaaldruk in de slang en het pistool
te ontlasten.
•
Materiaalafsluiter (D): sluit de materiaalstroom af.
LET OP
3A4317F