Hermontage
1. Als het koppelingsverloopstuk (8) en de trekstangen
(3) niet uit de motor (1) zijn verwijderd, ga naar stap
2.
Als het koppelingsverloopstuk (8) en de trekstangen
(3) uit de motor (1) zijn verwijderd, volg dan de
volgende stappen:
a. Draai de schroeven die de montageplaat (12) op
de motor (1) bevestigen een beetje los, maar
verwijder ze niet.
b. Plaats de trekstangen (3) als volgt:
•
Viscount I-pompen: Schroef de trekstangen
(3) door de montageplaat (12) en in de
schroefdraadgaten in de basis van de motor
(1). Draai aan tot 68-75 N (50-55 ft-lb).
•
Viscount II-pompen: Draai de trekstangen (3)
in de montageplaat (12) en draai vast met
68-75 N•m (50-55 ft-lb).
c. Installeer de o-ring (15) in de o-ringgroef op de
koppelingsadapter.
d. Vul de holte onderin de motoras met
smeermiddel.
e. Smeer de schroefdraad van het
koppelingsverloopstuk (8). Monteer het
koppelingsverloopstuk als volgt:
•
Viscount I Plus-motoren: Schroef het
koppelingsverloopstuk (8) in de motoras
totdat de pengaten op een lijn staan. Plaats
de pin (7) in het eerste gat vanaf het einde
van de koppeling.
•
Viscount II-motoren: Schuif de
verloopstukmoer (7) op het
koppelingsverloopstuk (8). Schroef de
verloopstukmoer (7) op de motoras (S) en
draai hem aan tot 102-109 N•m ( 75-80 ft-lb).
f.
Ga verder met stap 2.
2. Monteer de koppelmoer (5) over de zuigerstang (R).
3. Richt de onderpomp (2) naar de motor (1). Plaats de
onderpomp op de trekstangen (3).
4. Als u de borgmoeren (4) opnieuw gebruikt en het
nylon van de borgmoer is versleten of gescheurd,
voeg blauw schroefdraadborgmiddel aan op de
schroefdraad van de trekstangen.
3A4317F
5. Schroef de borgmoeren (4) op de trekstangen. Laat
de borgmoeren (4) los genoeg zodat de onderpomp
kan bewegen en deze juist kan worden uitgelijnd.
6. Draai de schroeven van de montageplaat vast.
•
Viscount I Plus-motoren: Draai de schroeven
(13) vast met 20-23 N•m (15-17 ft-lb)
•
Viscount II-motoren: Draai de schroeven (13)
aan met 68-75 N•m (50-55 ft-lb).
7. Steek de kragen (6) in de koppelmoer (5). Schuif de
verloopstukmoer op het koppelingsverloopstuk (8).
Draai vast met 122-135 N•m (90-100 ft-lb) zodat de
pompstang wordt uitgelijnd met de onderpomp op de
trekstangen.
8. Draai de borgmoeren vast en draai aan met 68-81
N•m (50-60 ft-lb).
9. Modellen met afgedichte onderpomp: Installeer de
beschermkappen (9) door de onderste lipjes met de
groef in de bovenplaat te steken. Klik de twee delen
samen..
9
A
. 5. De kap hermonteren
FB
10. Spoel en test de pomp voordat u hem weer in het
systeem installeert. Sluit de slangen aan en spoel de
pomp. Wanneer de pomp onder druk staat,
controleert u op een soepele werking en op lekken.
Waar nodig afstellen of repareren voordat deze weer
in het systeem wordt gemonteerd. Sluit de
massadraad van de pomp aan voordat u de pomp
weer gebruikt.
Repareren
8
6
R
3
5
4
9
15