Installatie
Installatie
Aarding
De apparatuur moet geaard zijn om het risico van
statische vonkoverslag te reduceren. Statische
vonken kunnen ervoor zorgen dat dampen
ontbranden of ontploffen. Aarden biedt de elektrische
stroom een ontsnappingsdraad.
Pomp: gebruik een aarddraad en klembeugel. Zie A
1. Draai de borgmoer (W) van de aardlip (Z) los. Steek
een uiteinde van de massadraad (Y) in de aardschroef en
draai de borgmoer stevig vast. Sluit de aardklem aan
op een echt aardpunt. Bestel onderdeelnr. 237569,
massadraad en klem.
.
Y
A
. 1 Massadraad
FB
6
FB
TI15854a
W
Z
Lucht- en materiaalslangen: gebruik alleen elektrisch
geleidende slangen met een maximale gecombineerde
slanglengte van 150 meter (500 voet) voor de continuïteit
van de aarding. Controleer de elektrische weerstand van
de slangen. Als de totale weerstand naar massa groter is
dan 25 megohm, moet de slang onmiddellijk worden
vervangen.
Hydraulische aanvoer: volg de aanbevelingen van
de fabrikant op.
Buffertank: gebruik een aarddraad en klembeugel.
.
Doseerventiel: aard via aansluiting met een correct
geaarde materiaalslang en pomp.
Materiaalhouder: volg de ter plekke geldende
voorschriften.
Het te spuiten object: volg de ter plekke geldende
voorschriften.
Emmers met oplosmiddel die worden gebruikt bij het
spoelen: volg de ter plekke geldende voorschriften.
Gebruik alleen geleidende metalen emmers en plaats ze
op een geaarde ondergrond. Zet de emmer niet op een
niet-geleidende ondergrond zoals papier of karton, omdat
dat de aarding zou onderbreken.
Doorlopende aarding handhaven bij het reinigen of
het ontlasten van de druk: houd een metalen gedeelte
stevig van het spuitpistool of het ventiel tegen de zijkant
van een geaarde metalen emmer en schakel het pistool
in of open het ventiel.
3A4317F