6. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde
menu-item in het On-Screen Display
(OSD)-menu.
7. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
8. KEYSTONE
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
9. PIC MODE
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
10.
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
11. LIGHT MODE
Kies een beschikbare lichtmodus.
12. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. De voorwerpen kunnen heet
worden en daardoor vervormd raken of
vlam vatten.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector
worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en)
mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de
infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant
10
Inleiding
13. NETWORK
Geeft het netwerkinstellingenmenu weer.
14. INFO
Toont informatie over de projector.
15. FREEZE
Zet het geprojecteerde beeld stil.
16.
Zet het volume van de projector lager.
17.
Zet het volume van de projector hoger.
18. ZOOM+/ZOOM-
Vergroot of verkleint het geprojecteerde
beeld.
19. QUICK INSTALL
Selecteert snel diverse functies om het
geprojecteerde beeld aan te passen en toont
het testpatroon.
20. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
• De projector bedienen via de bovenkant