REMKO Serie SLE
De condensatiewarmte
De energie die door de
condensator aan de lucht wordt
afgegeven, is samengesteld uit:
1. De hoeveelheid waterdamp die
daarvoor in de verdamper is
onttrokken.
2. De elektrische aandrijfenergie.
3. De condensatiewarmte die
vrijgekomen is door het
condenseren van de waterdamp.
Bij de verandering van de vloeibare
in de gasvormige toestand moet
energie worden toegevoerd.
Deze energie wordt aangeduid als
verdampingswarmte.
Zij veroorzaakt geen
temperatuursverhoging maar
is alleen noodzakelijk voor de
verandering van vloeibaar naar
gasvormig.
Veiligheidsaanwijzingen
De apparaten zijn vóór levering
onderworpen aan uitgebreide
controles op materiaal, werking, en
kwaliteit.
Desondanks kunnen de apparaten
gevaren opleveren als ze door niet-
geïnstrueerde personen ondeskundig
of niet volgens de voorschriften
worden gebruikt.
De volgende aanwijzingen moeten
absoluut in acht worden genomen:
De apparaten mogen niet in
■
ruimtes worden opgesteld en
gebruikt waar gevaar op explosies
bestaat
De apparaten mogen niet worden
■
opgesteld en gebruikt in een olie-,
zwavel- of zouthoudende
atmosfeer
6
Omgekeerd komt bij het
vloeibaar maken van gas energie
vrij, die aangeduid wordt als
condensatiewarmte.
De hoeveelheid energie
van verdampings- en
condensatiewarmte is gelijk.
Deze bedraagt voor water:
2250 kJ/kg (4,18 kJ = 1kcal)
Dit maakt duidelijk dat door de
condensatie van de waterdamp
een relatief grote hoeveelheid
energie vrijkomt.
Als de vochtigheid die men wil
condenseren niet door verdamping
in de ruimte zelf, maar van
buiten komt, bijv. door ventilatie,
draagt de hierbij vrijgekomen
condensatiewarmte bij aan de
verwarming van de ruimte.
De apparaten mogen niet
■
blootgesteld worden aan een
directe waterstraal
Een vrije luchtaanzuiging
■
en luchtafvoer moet altijd
gegarandeerd zijn
De luchtaanzuigroosters moeten
■
altijd vrij zijn van vuil en losse
voorwerpen
De apparaten mogen tijdens het
■
gebruik niet worden afgedekt
Nooit andere voorwerpen in de
■
apparaten steken
Alle elektrische kabels buiten
■
de apparaten moeten worden
beschermd tegen beschadiging
(bijv. door dieren enz.)
Bij de ontvochtiging vindt dus een
kringloop van de warmte-energie
plaats, die bij de verdamping wordt
verbruikt en bij de condensatie
vrijkomt.
Bij de ontvochtiging van
toegevoerde lucht wordt
een groter aandeel warmte-
energie gecreëerd, die tot
uitdrukking komt als in de
temperatuurverhoging.
De tijd die voor de uitdroging
nodig is, is in de regel niet alleen
afhankelijk van de prestatie van
het apparaat, maar deze wordt
veel meer bepaald door de
snelheid, waarmee het materiaal
of de delen van het gebouw hun
vochtigheid afgeven.
De apparaten mogen
■
uitsluitend in de voorziene
positie (horizontaal) worden
opgesteld of gemonteerd
Een vrije en vorstbestendige
■
condensafvoer moet
gegarandeerd zijn
De apparaataansluitingen
■
moeten altijd volgens de
telkens geldende voorschriften
worden uitgevoerd
LET OP
Werkzaamheden aan de
koelinstallatie en aan de
elektrische uitrusting mogen alleen
door een speciaal geautoriseerd
vakbedrijf worden uitgevoerd!