Inhoudsopgave
Advertenties
Verhelpen van storingen
De apparaten zijn met de
modernste productiemethoden
gemaakt en meerdere keren
op hun correcte werking
gecontroleerd. Als er desondanks
toch storingen in de werking
optreden, dient het apparaat
eerst volgens de volgende lijst te
worden gecontroleerd.
Het apparaat start niet op
Instelling van de
■
bedrijfsschakelaar controleren
Netaansluiting en de ter
■
plekke aanwezige netzekering
controleren -230V/1~/50 Hz-
Voedingsstekker en netkabel
■
controleren op beschadigingen
Condensreservoir, indien
■
aanwezig, op vulstand resp.
correcte bevestiging controleren
De ingebouwde hygrostaten
■
controleren.
De hygrostaten op een lagere
relatieve vochtigheidswaarde
instellen (instelknop geheel naar
rechts draaien)
Start het apparaat niet,
dan moet de ingebouwde
hygrostaat op defecten worden
gecontroleerd.
Apparaat schakelt
automatisch uit - start na 45
minuten weer en schakelt na
een korte looptijd weer uit
Draait de ventilator, als het
■
apparaat na 45 minuten weer
inschakelt?
Is het condensatoroppervlak evt.
■
vervuild?
Is het aanzuigfilter vervuild?
■
Is de omgevingstemperatuur
■
evt. hoger dan 30°C?
Zijn de aanzuig- en
■
uitblaasopeningen vrij?
AANWIJZING
Vervuilde roosters en filters
dienen direct te worden
gereinigd resp. vervangen.
Het apparaat werkt, maar er
vormt zich geen condens
Ruimtetemperatuur controleren
■
Het werkbereik van het apparaat
ligt tussen 3 °C en 30 °C
Luchtvochtigheid controleren,
■
min. 40% r. v. vereist
Het aanzuigfilter op vervuiling
■
controleren en evt. reinigen of
vervangen
Verdamper en condensator op
■
vervuilingen controleren en evt.
reinigen
Verdamper op evt. ijs- /
■
rijpvorming controleren.
Is dat het geval, dan
moet de functie van de
automatische ontdooiing en
van de temperatuurvoeler
gecontroleerd worden
Het rode controlelampje
(storing) brandt ook bij een
leeg condensreservoir
Controleren of de vlotter van
■
het waterreservoir vrij kan
bewegen of evt. beschadigd is
Het condensreservoir is vol -
het apparaat schakelt echter
niet uit
Controleren of het
■
condensreservoir correct in
de behuizing is geplaatst en
de vlotter in de richting van
de magneetschakelaar is
gepositioneerd
Controleren of de vlotter van
■
het waterreservoir vrij kan
bewegen of evt. beschadigd is
AANWIJZING
Indien het apparaat ondanks
de uitgevoerde controles
niet probleemloos werkt,
moet contact opgenomen
worden met een geautoriseerd
vakbedrijf.
LET OP
Werkzaamheden aan de
koelinstallatie en aan de
elektrische uitrusting mogen
alleen door een speciaal
geautoriseerd vakbedrijf
worden uitgevoerd!
11
Advertenties
Inhoudsopgave
