•
Gegevens delen
Bluetooth
Uw telefoon is geschikt voor Bluetooth. Dit betekent dat u verbinding kunt
maken met andere Bluetooth-apparaten voor het draadloos verzenden van
gegevens. Wanneer u Bluetooth gebruikt, moet u binnen een straal van tien
meter van andere Bluetooth-apparaten blijven.
Bluetooth inschakelen
1. Op het startscherm raakt u
2. Onder DRAADLOOS EN NETWERKEN raakt u Bluetooth aan.
Wanneer Bluetooth is ingeschakeld, wordt de naam van uw telefoon
weergegeven boven aan het scherm Bluetooth. Raak de naam aan om de
zichtbaarheid van uw telefoon in te stellen.
Als u de naam van uw telefoon wilt wijzigen, raakt u
telefoon wijzig. aan. Wanneer u klaar bent, raakt u Naam wijzigen aan
om de wijzigen op te slaan.
Zoeken naar en koppelen met andere Bluetooth-apparaten
Om gegevens uit te wisselen met een ander Bluetooth-apparaat, moet u
Bluetooth inschakelen op beide apparaten en de apparaten met elkaar koppelen.
1. Raak op het startscherm
2. Onder DRAADLOOS EN NETWERKEN raakt u Bluetooth aan.
Uw telefoon zoekt nu naar Bluetooth-apparaten binnen het bereik.
3. Uit de lijst met gedetecteerde Bluetooth-apparaten, raakt u een apparaat aan
en volgt u de instructies op het scherm om met dit apparaat te koppelen.
Om de verbinding met een gekoppeld Bluetooth-apparaat te verbreken, raakt u
>
Koppeling ongedaan maken aan.
Als er geen Bluetooth-verbinding tot stand kan worden gebracht tussen uw
telefoon en een ander apparaat, kan het zijn dat ze incompatibel zijn. In dat
geval zult u moeten koppelen met een ander apparaat.
aan.
aan.
68
Gegevens delen
>
Naam van de