Inhoudsopgave
Advertenties
Installatiehandleiding insert gasdrukregelaar
4.
Regelaar uit gebruik nemen
Werkzaamheden mogen alleen plaatsvinden door een geautoriseerde
•
medewerker, aan een drukloze gasdrukregelaar
Tijdens de werkzaamheden kan het in de gasdrukregelaar aanwezige gas
•
vrijkomen, gasdetectie is noodzakelijk.
Doorloop de volgende stappen bij het uit gebruik te nemen van de gasdrukregelaar
Sluit de inlaatafsluiter;
•
Sluit de uitlaatafsluiter;
•
Maak de gasdrukregelaar drukloos door de inregelkraan langzaam te openen.
•
Eerst het uitlaatgedeelte drukloos maken, en pas daarna mag het inlaatgedeelte
drukloos gemaakt worden. Dit om krom drukken van de membraanschotel te voorkomen.
5.
Verwisselen van de insert
Verwijder zowel de stuurdrukregelaar alsmede het nivelleerventiel door de leidingaansluitingen op
de regelaar los te nemen. Schroef alle M8 bouten (1) gelijkmatig los (zie figuur 1, blz. 4), verwijder
de bouten en sluitringen niet, maar laat ze in positie waardoor deze gelijktijdig met het afnemen
van de boven membraanbak (3) verwijderd worden. Leg de membraanbak zodanig weg dat de
bouten in hun gaten gepositioneerd blijven. Demonteer de M8 moer (6) met zijn sluitring.
Verwijder het hoofdmembraan (2) met zijn beide schotels (4) waardoor de insert (12) zichtbaar
wordt. Schroef de vier M8 moeren (5) los en verwijder deze inclusief de bijbehorende sluitring.
Trek de insert (12) rechtstandig omhoog uit de regelaar. LET OP! Zorg ervoor dat de
ondermembraanbak niet uit positie raakt!
Als het verwijderen van de insert lastig gaat door te veel weerstand, dan dient er een
M5 inbusbout (8) van de insert tijdelijk verwijderd te worden. Draai in het vrijgekomen
draadgat een M5 bout met een langer schroefdraad gedeelte. Draai deze bout zodanig
in totdat deze de insert uit zijn boring heeft getrokken opdat deze eenvoudig verwijderd
kan worden. Verwissel daarna de langere bout met de originele bout, zodat de insert
weer origineel is.
Reinig voor de montage van de nieuwe insert de vrijgekomen boringen in het regelaarhuis. Indien
de ondermembraanbak (3) in positie is gebleven kan de O-ring (10) in principe hergebruikt worden.
Controleer de correcte ligging O-ring (10) in zijn groef indien de onder membraanbak
(3) uit positie is geweest. Plaats deze evt. opnieuw met vet uit de bijgeleverde tube.
Als er twijfel bestaat over de kwaliteit van de O-ring, vervang deze dan uit voorzorg.
Plaats zo nodig een andere sluitveer en smeer beide O-ringen van de nieuwe insert in met vet uit
de bijgeleverde tube. De insert is uitgevoerd met een zelfsmerend lager welke niet gesmeerd mag
worden. Schuif de insert rechtstandig in het regelaarhuis, waarbij sticker op de insert naar de
uitlaatzijde van de regelaar gepositioneerd is. Hierdoor is de positie van de blokkeeras (11) dwars
op het regelaarhuis, in lijn met de tegenover elkaar liggende draadgaten.
De blokkeeras (11) dient zodanig gepositioneerd te zijn dat deze in lijn is met beide
draadgaten in de zijkant van het regelaarhuis (zie figuur 1). Met de sticker op de insert
naar de uitlaatzijde gericht, is dit gewaarborgd.
Druk de insert rustig met de hand door totdat deze niet meer verder wil. Zorg ervoor dat de as van
de insert zonder weerstand in het lager van het ventieldeksel gaat. Monteer de vier M8 moeren (5)
met hun sluitringen en draai deze kruislings aan met het voorgeschreven moment (15 Nm). Het
DDD3003MHNL/06-2022/Rev.A2
RS350S PN10
4
Advertenties
Inhoudsopgave
