Type 66R en 66RR
materiaal de veerbehuizing niet via de
ontluchtingsopening kunnen binnendringen.
Plaats de regelaar niet onder dakranden of
regenpijpen, en zorg dat hij zich boven het
vermoedelijke peil van de sneeuw bevindt.
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen drukbegrenzingen zijn op het naamplaatje
van de regelaar gestempeld. Overdrukbeveiliging is nodig
als de werkelijke inlaatdruk de nominale maximale
uitlaatdruk tijdens bedrijf overschrijdt. Overdrukbeveiliging
moet ook worden voorzien als de inlaatdruk van de regelaar
hoger is dan de veilige bedrijfsdruk van de apparatuur
aan stroomafwaartse zijde.
Gebruik van de regelaar onder de maximale drukgrenzen
sluit de mogelijkheid van beschadiging door externe
bronnen of vuil in de leiding niet uit. De regelaar moet na
iedere overdruksituatie op beschadiging geïnspecteerd
worden.
Opstarten
De regelaar is op de fabriek ingesteld op ongeveer het
middelpunt van het gewenste veerbereik of de gewenste
druk; het kan dus nodig zijn hem aanvankelijk bij te stellen
om de gewenste resultaten te bereiken.
installatie voltooid is en de ontlastkleppen goed zijn
afgesteld,
worden
de
stroomopwaartse en stroomafwaartse zijde langzaam
geopend.
Afstelling
Om de uitlaatdruk te wijzigen, wordt de afsluitkap
verwijderd of de borgmoer losgedraaid en de stelschroef
naar rechts gedraaid om de uitlaatdruk te verhogen of
naar links of de druk te verlagen. Controleer de uitlaatdruk
tijdens de afstelling met een testmeter. Plaats de
afsluitkap terug of draai de borgmoer aan om de gewenste
instelling te behouden.
Buiten gebruik stellen (stopzetten)
Om lichamelijk letsel als gevolg van het
plotseling vrijkomen van druk te voorkomen,
moet de regelaar van alle druk geïsoleerd
worden voordat hij gedemonteerd wordt.
2
Wanneer de
afsluitkleppen
aan
de
Onderdelenlijst
Ontlastklep type 66R, hoofdklep-
hoofdgedeelte type 66RR
Sleutel Beschrijving
1
Hoofdgedeelte
2
Veerkast
3
Diafragmabehuizing
4
Diafragmaplaat boven
5
Diafragma
6
Veer
7
Flens onder
8
O-ring
9
O-ringvasthouder
10
Ommanteling klepstop
11
Zittingring
13
Steel
14
Afdichtend diafragma
15
Diafragmaplaat onder
16
Diafragma-afstandbus
17
Veerzitting onder
18
Steelpakking
19
Flenspakking onder
20
Borgschroef
21
Borgschroef
22
Zeskantmoer
23
Steelmoer
24
Veerzitting boven
25
Stelschroef
26
Afsluitkappakking
27
Afsluitkap
28
Terugslagklep
29
Snapring
30
Ontlasteenheid type Y602-10
31
Pijpplug
32
Naamplaat
33
Naamplaat
34
Sluitring
35
Pakking diafragmabehuizing
36
Veerzittingsluitring
39
Verstijvingsplaat
41
Steelgeleider
45
Borgmoer voor 207 tot 340 mbar
(3 tot 5 psig)
60
U-bout (uitsluitend voor type 66RR)
61
U-bout
62
Montagestaaf
63
Pijpverbinding
64
Pijpnippel
65
Zeskantmoer
66
Diafragmapakking
67
Pijpnippel
Pilot type Y695RR
Sleutel Beschrijving
1
Hoofdgedeelte
2
Borgschroef
3
Veerkasteenheid
4
Diafragmabehuizing
5
Opening
6
Veer
7
Diafragmakop
8
Duwstang
10
Diafragma
11
O-ring van
hoofdgedeelte-afdichting
12
O-ring inzetstukafdichting
13
Schijfeenheid
14
Steel
16
Hendeleenheid
17
Machineschroef
18
Lei-inzetstuk
22
Afsluitkap
23
Zeskantmoer
24
Borgschroef
25
Pakking
26
Luchtgat
35
Stelschroef
36
Sluitring
38
Borgschroef
41
Veer van achterste schijf
42
O-ring van hoofdgedeelte-
afdichting (achter)
43
Kap hoofdgedeelte achter
44
Afstandbus schijf
45
Pakking kop, onder
47
Slagschroef
48
Sluitring
49
Backup-ring
50
Veerzitting onder