1.4
Installeer de geleiderails en de
draadconnectoren
1.4.1
Geleiderails
De plaats van de geleiderails en die van de draadconnectoren ziet u in
De afstand tussen de hartlijnen van de geleiderails moet 27 HP (27 TE) bedragen, bijv.
op 1 HP (TE) en 28 HP (TE).
1.4.2
Draadconnectoren
Het applicatieplatform wordt geleverd met de volgende uitrusting:
Modeltype
Model 3300
Model 3500
1. Werk vanaf de voorkant van het rek en bevestig de draadconnectoren met de
2. Gebruik de hartlijnen van de geleiderails als referentiepunten en raadpleeg
3. Installeer de connector voor de in-/uitgangsbedrading op 4 HP (4 TE) van de volgende
4. (Alleen model 3500) Installeer de uitlijningsgevoelige sensorconnector op 16 HP
5. Installeer de voedingsconnector op 25 HP (25 TE) van de volgende eenheid of van de
Installatiehandleiding
meegeleverde M2,5x8 schroeven op de achterkant van het rek.
•
De model 3500 heeft zes M2,5x8 schroeven en drie connectoren
•
De model 3300 heeft vier M2,5x8 schroeven
Afbeelding
1-5.
De afstand tussen de hartlijnen van de geleiderails moet 27 HP (27 TE) bedragen, bijv.
op 1 HP (1 TE) en 28 HP (28 TE).
eenheid of van de rand van het rek.
(16 TE) van de volgende eenheid of van de rand van het rek.
rand van het rek.
Uitrusting
•
Een connector met soldeerlippen of schroefconnector voor in-/
uitgangsbedrading
•
Een stekker voor de voedingsbedrading
•
Een schroefconnector voor in-/uitgangsbedrading
•
Een schroefconnector voor sensorbedrading
•
Een stekker voor de voedingsbedrading
Planning
Afbeelding
1-5.
9