5. Werking
5.3
Uitschakelen van de ketel
5.4
Vorstbeveiliging
15
1. Schakel de hoofdschakelaar van de installatie in.
2. Onderbreek de elektrische aansluiting van de ketel.
3. Sluit de gastoevoerkraan.
Gas
T002504-B
In het geval van een normale installatie, adviseren wij de
ketelthermostaat af te stellen op een temperatuur van 10°C.
Zet de ketel in de ECO-stand met behulp van parameter p4, de
warmhoudstand is hierdoor uitgeschakeld.
Bij afwezigheid worden de installatie en de ruimte tegen vorst
beschermd.
Indien de watertemperatuur van de centrale verwarming in de ketel
te laag is, wordt de ingebouwde beveiligingsvoorziening
ingeschakeld:
4 Indien de watertemperatuur lager dan 7°C is, wordt de
4 Indien de watertemperatuur lager dan 3°C is, wordt de ketel
4 Als de watertemperatuur hoger dan 10°C is, schakelt de ketel uit
circulatiepomp ingeschakeld.
ingeschakeld.
en draait de circulatiepomp nog 15 minuten.
OPGELET
Het betreft uitsluitend een beveiliging voor de ketel en niet
voor de installatie.
MCR 24/28 BIC PLUS
170915 - 129734-04