Upgraden en migreren
Voor Windows-gebruikers
1
Installeer het printerstuurprogramma vanaf een computer.
Opmerking: Zie
'De printersoftware installeren' op pagina 272
2
Open Printers en scanners en klik vervolgens op Een printer of scanner toevoegen.
3
Voer een van de volgende handelingen uit afhankelijk van de printerverbinding:
•
Selecteer een printer in de lijst en klik op Apparaat toevoegen.
•
Klik op Wi-Fi Direct-printers weergeven, selecteer een printer en klik vervolgens op Apparaat
toevoegen.
•
Klik op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst en ga als volgt te werk in het venster Printer
toevoegen:
a
Selecteer Een printer met behulp van een TCP/IP-adres of hostnaam toevoegen en klik op
Volgende.
b
Typ in het veld Hostnaam of IP-adres het IP-adres van de printer en klik op Volgende.
Opmerkingen:
–
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
–
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct
kan worden geladen.
c
Selecteer een printerstuurprogramma en klik op Volgende.
d
Selecteer Het momenteel geïnstalleerde printerstuurprogramma gebruiken (aanbevolen) en klik
op Volgende.
e
Typ een printernaam en klik op Volgende.
f
Selecteer een deeloptie voor de printer en klik op Volgende.
g
Klik op Voltooien.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Open Printers en scanners op een computer.
2
Klik op
en selecteer een printer.
3
Selecteer een printerstuurprogramma in het menu Gebruiken.
Opmerkingen:
•
Als u de Macintosh-printerstuurprogramma wilt gebruiken, selecteert u AirPrint of Secure AirPrint.
•
Als u aangepaste afdrukfuncties wilt gebruiken, selecteert u het printerstuurprogramma van Lexmark.
Zie
'De printersoftware installeren' op pagina 272
4
Voeg de printer toe.
voor meer informatie.
voor het installeren van het stuurprogramma.
273