Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken
•
Indien ingeschakeld, worden de statuspictogrammen weergegeven op de schermbeveiliging
wanneer er fouten, waarschuwingen, of cloud-meldingen zijn.
2
Pas de wijzigingen toe.
De achtergrondafbeelding wijzigen
1
Raak Achtergrond wijzigen aan op het beginscherm.
2
Selecteer de gewenste afbeelding.
3
Pas de wijzigingen toe.
Een diapresentatie afspelen vanaf een flashstation
1
Plaats een flash-station in de USB-poort.
2
Raak in het beginscherm Diavoorstelling aan.
Afbeeldingen verschijnen in alfabetische volgorde.
Opmerking: U kunt het flashstation verwijderen nadat de diavoorstelling is gestart, maar de afbeeldingen
worden niet opgeslagen in de printer. Als de diavoorstelling stopt, plaatst u het flashstation opnieuw om
de afbeeldingen weer te geven.
Instellen van het Scancentrum
1
Raak in het startscherm Scancentrum aan.
2
Selecteer en maak een bestemming en configureer vervolgens de instellingen.
Opmerkingen:
•
Zorg er bij het maken van een netwerkbestemming voor dat u de instellingen valideert en aanpast
totdat er geen fouten optreden.
•
Alleen bestemmingen gemaakt met de Embedded Web Server worden opgeslagen. Raadpleeg de
documentatie bij de oplossing voor meer informatie.
3
Pas de wijzigingen toe.
Device Quotas instellen
Opmerkingen:
•
Deze toepassing wordt alleen op sommige printermodellen ondersteund. Zie
toepassingen' op pagina 22
•
U moet mogelijk over beheerdersrechten beschikken om toegang te krijgen tot de toepassing.
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
voor meer informatie.
'Ondersteunde
24