8
Aan de slag
1
Schakel de telefoon uit en verwijder de achtercover en de batterij.
2
U ontgrendelt de geheugenkaarthouder door de houder in de richting van de pijl
op de houder te schuiven. Til de geheugenkaarthouder op (1).
3
Plaats een compatibele geheugenkaart. Zorg ervoor dat het contactgebied van de
kaart omlaag is gericht (2).
4
Laat de geheugenkaarthouder zakken (3).
5
U vergrendelt de geheugenkaarthouder door de houder terug te schuiven in de
oorspronkelijke positie (4).
De geheugenkaart verwijderen
1
Schakel de telefoon uit.
2
Verwijder de achtercover en de batterij.
3
U ontgrendelt de geheugenkaarthouder door de houder in de richting van de pijl
op de houder te schuiven. Til de geheugenkaarthouder op en verwijder de
geheugenkaart.
De batterij opladen
Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen, maar u moet deze mogelijk opnieuw
opladen voordat u uw telefoon voor het eerst kunt inschakelen. Als de telefoon aangeeft
dat het batterijniveau laag is, moet u het volgende doen: